Bijzondere waarschuwingen voor werkzaamheden met
draadborstels:
a) Let op dat de draadborstel ook tijdens het normale
gebruik draadstukken verliest. Overbelast de draden niet
door een te hoge aanpersdruk. Wegvliegende draadstukken
kunnen probleemloos door dunne kleding en/of de huid dringen.
b) Als het gebruik van een beschermkap wordt geadvise-
erd, dient u te voorkomen dat beschermkap en draad-
borstel elkaar kunnen raken. Vlakstaal- en komstaalborstels
kunnen door aandrukkracht en centrifugaalkrachten hun diameter
vergroten.
Verdere veiligheids- en werkinstructies
Kijk voor het inschakelen van het apparaat altijd eerst de spin-
delvergrendelingsknop volledig vrij staat! Na het gebruik van de
spindelvergrendeling voor het vast-/losdraaien van de slijpschijf is
het mogelijk dat de knop in de vergrendelingsstand blijft steken.
Bij het schuren van metalen ontstaan vonken. Er op letten dat
er geen personen in gevaar worden gebracht. In verband met
het brandgevaar mogen zich geen brandbare materialen in de
Ned
buurt (gebied waar de vonken vallebevinden. Geen stofafzuiging
gebruiken
Voorkom dat vonkenregen en slijpstof het lichaam raken.
Niet aan de draaiende delen komen.
Spanen of splinters mogen bij draaiende machine niet worden
verwijderd.
Machine onmiddellijk controleren als sterke trillingen optreden of
andere gebreken worden vastgesteld. Controleer de machine om
de oorzaak vast te stellen.
Bij extreme gebruiksvoorwaarden (bijv. gladslijpen van metaal met
de steun en de vulkaanfiber-slijpschijven) kan in het inwendige van
de haakse slijper ernstige verontreiniging ontstaan. Bij dergelijke
werkzaamheden is om veiligheidsredenen een grondige reiniging
van de binnenzijde (verwijdering van metaalslijpsel) en tevens
de voorschakeling van een lekstroomschakelaar (FI) vereist. Na
het aanspreken van de lekstroomschakelaar moet de machine ter
reparatie worden opgestuurd.
Vanwege kortsluitingsgevaar mogen metaaldeeltjes niet in de
luchtschachten terechtkomen.
WAARSCHUWING! Gevaar voor verbranding! De schijf en het
werkstuk worden tijdens het gebruik heet. Draag handschoenen
bij het vervangen van schijven of het aanraken van het werkstuk.
Houd uw handen te allen tijde uit de buurt van de te slijpen gebied.
NETAANSLUITING
Uitsluitend op éénfase-wisselstroom en uitsluitend op de op het
typeplaatje aangegeven netspanning aansluiten. Aansluiting is ook
mogelijk op een stekerdoos zonder aardcontact mogelijk, omdat
het is ontwerpen volgens veiligheidsklasse II.
Verplaatsbaar gereedschap moet bij het gebruik buiten aan een
aardlekschakelaar (FI,RCD,PRCD) aangesloten worden.
Machine alleen uitgeschakeld aan het net aansluiten.
Inschakeling veroorzaakt een kortdurende spanningsdaling. Bij
ongunstige voorwaarden van het stroomnet kunnen nadelige
gevolgen voor andere machines of apparaten optreden. Bij
netimpedanties van minder dan 0,2 ohm treden waarschijnlijk
geen storingen op.
Nederlands
50
VOORGESCHREVEN GEBRUIK VAN HET SYSTEEM
De haakse slijpmachine is bedoeld voor het slijpen en snijden van
metaal-, steen-, beton- en keramische materialen en voor het
schuren en borstelen van kabels.
Voor doorslijpwerkzaamheden gesloten beschermkap uit het
toebehorenprogramma gebruiken.
Neem in twijfelgevallen deaanwijzingen van de toebehorenfabri-
kant in acht.
Het elektrische gereedschap is alleen geschikt voor de droge
bewerking.
Op de haakse slijpmachine mogen uitsluitend geschikte slijp- of
snijschijven en bijbehorende afschermingen (slijp- of snijbescher-
ming), worden gemonteerd, zoals beschreven in het hoofdstuk
productspecificaties van deze handleiding. De haakse slijpmachine
is ontworpen voor gebruik met de hand; hij mag niet op een
armatuur of werkbank worden gemonteerd.
Gebruik het product op geen andere wijze dan is aangegeven voor
het beoogde gebruik.
ARBEIDSINSTRUCTIES
Bij gebruik van gereedschappen die bedoeld zijn voor wielen met
schroefgaten, dient men te controleren dat de schroefdraad in het
wiel lang
Doorslijp- en slijpschijven altijd volgens de voorschriften van de
fabrikant gebruiken en bewaren.
Bij schuren en doorslijpen altijd met de beschermkap werken.
Gebogen slijpschijven moeten zodanig worden gemonteerd dat
het schuuroppervlak niet boven de rand van de veiligheidskap
uitsteekt.
De flensmoer moet vóór de ingebruikname van de machine
aangetrokken zijn.
Altijd de zijhandgreep gebruiken.
Het te bewerken werkstuk moet vast worden ingespannen als het
niet door het eigen gewicht stabiel ligt. Nooit het werkstuk met de
hand tegen de schijf houden.
De flensmoer moet vóór inbedrijfstelling van de machine vast
aangedraaid zijn. Als het inzetgereedschap met de flensmoer niet
vast wordt aangedraaid, kan het zijn dat het insteekgereedschap
bij het afremmen de vereiste spankracht verliest.
ELEKTRONIC
Het apparaat beschikt over een overload- en terugslagbeveiliging
en stopt in geval van een dienovereenkomstige overbelasting.
Let op dat het apparaat weer zelfstandig naar het oorspronkelijke
arbeidstoerental stuurt zodra de belasting wegvalt.Na het bereiken
van het arbeidstoerental is het apparaat weer gereed voor gebruik!
HERSTARTBEVEILIGING
Het elektrisch gereedschap is voorzien van een herstartbeveili-
ging. Deze voorkomt dat de ingeschakelde machine weer wordt
ingeschakeld zodra de netvoeding na een storing wordt hersteld.
Als de doorslijpschijf zich buiten het werkstuk bevindt: schakel de
machine uit en opnieuw in om verder te gaan met uw werkzaam-
heden. Als de doorslijpschijf zich in het werkstuk bevindt: wacht
tot de schijf tot stilstand is gekomen, neem de stekker uit het stop-
contact, verwijder de schijf uit de snede, schakel de machine uit,
steek de stekker opnieuw in het stopcontact en schakel de machine
opnieuw in om verder te gaan met uw werkzaamheden.