Nederlands
1.
Algemeen
Deze handleiding is bestemd voor opgeleid perso-
neel. Basisstappen worden derhalve niet vermeld.
De verzegeling aan de debietsensor mag
niet worden beschadigd!
Een beschadigde verzegeling heeft het
onmiddellijk vervallen van de fabrieksgarantie
en de ijking tot gevolg. De meegeleverde kabels
mogen niet worden ingekort of verlengd of op
andere wijze veranderd.
Voorschriften voor de inzet van debiet-
sensoren moeten in acht worden geno-
men!
De installatie mag alleen worden uitgevoerd door
een professioneel bedrijf van de installatie- en/
of elektrische sector. Het personeel moet zijn
geschoold in de installatie en de omgang met
elektrische apparaten en de laagspanningsricht-
lijn.
De toepasselijke ESD- (elektrostatische
ontladingen) voorschriften moeten in
acht worden genomen.
Voor schade (met name aan de elektronica), die
ontstaat door niet naleving, wordt geen aanspra-
kelijkheid overgenomen.
Medium
Water,
conform
Fw510 (de levensduur van de teller kan
bij niet naleving worden beïnvloed).
Temperatuurbereik
Het temperatuurbereik is afhankelijk van
variant en nominale grootte (zie typepla-
tje).
Leidingisolatie
In het geval van leidingisolatie moet de
behuizing met de elektronica altijd vrij
blijven (zie afb. III).
Anders wordt de elektronica te heet en loopt
schade op.
Verdere details over de varianten kunnen worden
gevonden in het gegevensblad en de geldende
norm EN 1434. Deze moeten absoluut in acht
worden genomen.
AGFW-gegevensblad
Het gegevensblad vindt u onder:
http://www.diehl.com/en/diehl-metering/
products-solutions/product-download/
Voor het uitlezen/parametreren dient de software
HYDRO SET, te vinden op het internet onder:
http://www.diehl.com/en/diehl-metering/
products-solutions/product-download/
Selecteer daar de partner Diehl Metering GmbH en
het productbereik "Metering Systems".
2.
Montage
Het door u aangeschafte apparaat bevat
elektronische componenten, die gestoord
kunnen worden door elektrische en mag-
netische velden.
Noch het apparaat zelf noch de in-/uitgaande
kabels mogen daarom in de onmiddellijke nabij-
heid van sterke elektrische verbruikers of hun
toevoerleiding worden geïnstalleerd (schakelaars,
elektromotoren, fluorescentielampen, enz.).
De exacte afstand hangt af van de hoogte van de
spanning en de stroomsterkte van deze verbrui-
kers.
In twijfelgevallen moet een geschikte deskundige
worden geraadpleegd.
De debietsensor kan ofwel in de warme of
koude aftakking van de installatie worden
ingebouwd. Er moet op worden gelet, dat de
debietsensor wordt gemonteerd in de inbouw-
positie die overeenkomt met de mediumtem-
peratuur (zie "6. Temperatuurbelastingen" op
pagina 33 en afb. I).
De debietsensor moet zo worden ingebouwd,
dat de doorstroomrichting overeenstemt met
de op de sensor aangegeven pijlrichting.
Kalmeringstrajecten voor en na de debietsen-
sor zijn niet vereist, maar voor de teller met
3... 10 DN voor de stroomkalmering aanbeve-
lenswaardig.
De montage kan zowel in horizontale als
verticale buisdelen worden uitgevoerd,
echter nooit zo, dat er luchtbellen in de
teller kunnen ophopen (zie afb. II).
De debietsensor moet altijd met vloeistof zijn
gevuld.
Vorst op de meter moet worden vermeden.
Wij adviseren de debietsensor gekanteld in te
bouwen (ca. 45 °).
-31-