A
Alvorens het toestel te gebruiken
• O m e l k ( m a t e r i e e l ,
immaterieel, lichamelijk...)
risico te voorkomen dienen
de installatie, de aansluiting
op het elektriciteitsnet, de
inwerkingstelling en het
onderhoud van uw toestel
uitgevoerd te worden door
een bevoegd vakman.
OPGELET
V o o r a l e e r
aansluitklemmen
a a n t e r a k e n ,
d i e n t
voedingscircuits los
te koppelen van het
elektriciteitsnet.
• Indien er een aanpassing
dient te gebeuren aan de
elektrische installatie van
uw woning, doe dan beroep
op een ervaren elektricien.
32
NL
• Bij een vaste installatie dient
de aansluiting op het net te
gebeuren via een stroomon-
derbrekingsschakelaar, die
voor een volledige onderbre-
king zorgt bij overspanning van
categorie III.
• Instructie voor de aarding:
dit toestel dient geaard te
worden. Bij een defect of een
stroomonderbreking maakt
d e
de aarding het mogelijk
het risico op elektrocutie
t e v e r k l e i n e n d o o r d e
u
a l l e
elektrische stroom een weg
te bieden met de laagste
weerstand.
D i t t o e s t e l i s u i t g e r u s t
m e t e e n s n o e r m e t e e n
aardingsgeleider en een
stekker met aarding. De
stekker dient in een correct
geïnstalleerd stopcontact
geplaatst en geaard te worden
conform alle plaatselijke
r e g l e m e n t e r i n g e n e n
normen.