STAP 3 IS VAN KRITIEK BELANG. DE KROONMOER OP HET TAPEIND MOET WORDEN
!
AFGESTELD OP DE DIKTE VAN HET MATERIAAL WAAROP DE EENHEID WORDT BEVESTIGD.
WANNEER DE ANTENNE EENMAAL DOOR HET BEVESTIGINGSOPPERVLAK IS GESTOKEN, KAN
HIJ ALLEEN WORDEN VERWIJDERD ALS U BIJ DE KROONMOER KUNT. OM DE ANTENNE TE
Let op
C a u t i o n
VERWIJDEREN, DUWT U DE GSP EENHEID NAAR HET BEVESTIGINGSOPPERVLAK OM DE
PAKKING SAMEN TE PERSEN EN DRAAIT U DE KROONMOER LOS.
4. Reinig het bevestigingsoppervlak en de onderkant van de antenne/voet. Voor een duurzame
en waterdichte afdichting, is het raadzaam om een kleine hoeveelheid siliconenkit rondom
beide gaten aan te brengen.
5. Leid de kabels door het grote gat naar de gewenste plaats.
6. Plaats de GPS antenne/voet op het bevestigingsoppervlak. Het tapeind moet in het grote gat
worden gestoken en het bevestigingslipje in het kleine gat.
7. Duw de GPS antenne/voet naar het bevestigingsoppervlak totdat de kroonmoer door het gat
klikt en de tandjes in de onderkant van het bevestigingsoppervlak grijpen. Bevestig de mobiele
antenne aan de GPS antenne/voet.
De sprietantenne aan de voet bevestigen
Bevestig de gewenste antenne aan het deel met de 1-1/8 schroefdraad boven op de GPS voet.
Zie afbeelding 3.
3