NL
of de asvergrendeling niet te beschadigen.
Een freesbit afnemen
• Druk de asvergrendelknop (8) in en draai de spantangmoer (6) los. Het freesbit zit
nu los en kan worden weggenomen.
• Indien het freesbit niet loskomt uit de spantang, geeft u voorzichtig een tik tegen
de spantangmoer om deze los te maken.
• De spantang, spantangmoer, asschroefdraad en bitschachten moeten altijd
schoon zijn voor maximale bedrijfszekerheid.
De slag instellen
• Om het slagmechanisme vrij te maken, roteert u de slagvergrendelingshendel
(13) naar zijn bovenste stand.
• De diepteaanslag kan ingesteld worden door de vergrendeling van de
diepteaanslag (10) te ontspannen en aan het diepteaanslagwiel (2) te draaien.
• Zet de vergrendeling van de diepteaanslag altijd vast voordat u een
freesbewerking uitvoert.
• De diepteschaalverdeling (3) kan worden gebruikt om veranderingen van de
diepte-instelling te beoordelen, maar de werkelijke freesdiepte wordt het best
gemeten door middel van een proefbewerking op een stuk materiaal dat niet
wordt gebruikt.
Fijninstelling
• Fijninstelling van de slag kan worden uitgevoerd door midddel van de
fijninstelknop (12). Één volledige draai stemt overeen met een vermindering van
de slag met 1 mm.
De freesdiepte instellen
• Om de freesmachine op een welbepaalde freesdiepte te vergrendelen, houdt u
de kop van de machine omlaag en roteert u de slagvergrendelingshendel (13)
naar zijn onderste stand. Zo blijft de kop van de freesmachine in deze stand staan.
In-/uitschakelen
• Zorg ervoor dat de frees stevig in de spantang vastzit, zonder het werkstuk of
een ander voorwerp te raken.
• Om de motor te starten houdt u de veiligheidsknop (16) ingedrukt en drukt u
de aan/uit-schakelaar in. De machine start. De bovenfreesmachine is uitgerust
met een zachtaanloop, zodat het enkele seconden duurt voordat de motor op
volle toeren draait.
• Laat de aan/uit-schakelaar los om de motor stil te zetten.
Toerentalregelaar
• De snelheid van de bovenfreesmachine wordt ingesteld door middel van
de variabele snelheidskiezer (4), waarbij een hoger cijfer op de kiezer
overeenstemt met een hoger motortoerental.
• De keuze van de juiste snelheid voor frees en materiaal levert een hogere
afwerkingskwaliteit op en verlengt de levensduur van uw frezen.
Een freesbewerking uitvoeren
• Houd de bovenfreesmachine altijd stevig met beide handen vast bij de voorziene
handgrepen. Zorg ervoor dat het werkstuk niet kan bewegen, door middel van
de nodige klemschroeven.
• Laat de motor op volle toeren komen.
• Laat de frees in het werkstuk zakken terwijl u de freesmachine langzaam
beweegt, en de basisplaat vlak tegen het werkstuk wordt gehouden.
• Bij het kantfrezen moet u het werkstuk links houden ten opzichte van de
freesrichting. Oefen een constante druk uit en laat de frees zich gelijkmatig door het
materiaal heenwerken. Denk erom dat knoesten en dergelijke de bewerkingssnelheid
afremmen.
• Frees tegen de wijzers van de klok in voor externe bewerkingen en met de
wijzers van de klok mee voor interne bewerkingen, om "ratelen" van het
freesbit te voorkomen.
• Te snelle verplaatsing van de bovenfreesmachine kan resulteren in een slechte
afwerkingskwaliteit en overbelasting van de motor. Te langzame verplaatsing van de
bovenfreesmachine kan resulteren in oververhitting van het werkstuk.
Freeswerk met meervoudige gangen
• Met de revolverdiepteaanslag (8) kan de maximale freesdiepte worden bereikt
in maximaal 7 stappen. Elke stap van de revolver is gelijk aan circa 3 mm
freesdiepte. Stel de gewenste totale freesdiepte met behulp van de diepteaanslag
in op het laagste revolverniveau.
• Roteer de revolverdiepteaanslag zo dat de diepteaanslag het hoogste niveau
raakt wanneer de bovenfreesmachine wordt neergelaten. De eerste freesgang
kan dan worden uitgevoerd.
• Voer verdere gangen uit waarbij u telkens de revolverdiepteaanslag tegen de
wijzers van de klok in roteert totdat de volledige freesdiepte is bereikt.
(OPMERKING: Voor totale verspaningen van minder dan 18 mm wordt het
26
aantal niveaus verminderd).
De parallelgeleider gebruiken
• Maak bij het groeven of afschuinen gebruik van de parallelgeleider (11) voor het
uitvoeren van nauwkeurig freeswerk.
• Plaats de twee geleidestangen (9) in de groeven in het bovengedeelte van de
voetplaat (15).
• Plaats de parallelgeleider (1) op de geleidestangen, zodat deze reikt tot aan de
juistes kant van de bovenfreesmachine voor de snede die u wilt maken.
• Schuif de parallelgeleider (1) naar de juiste stand ten opzichte van de frees.
Om een nauwkeurige uitlijning te verkrijgen kan de meetbalk (17) op de
geleidestang (9) geklemd worden. Zorg ervoor dat de plastic kussens op de
parallelgeleider niet in aanraking komen met de frees.
• Frees zoals hierboven beschreven, maar houd de verticale zijde van de
parallelgeleider tegen de rand van het werkstuk.
• Als u een gebogen rand moet volgen, verwijder dan de plastic
beschermingskussens van de parallelgeleider (1), en bevestig de rolgeleider
(21) met de bijgeleverde schroeven. Gebruik dezelfde hierboven vermelde
freestechniek, en laat de rol de rand van het werkstuk volgen.
De cirkelgeleider gebruiken
• Met de cirkelgeleider (20) kunnen nauwkeurige cirkels en bogen gefreesd
worden.
• Plaats een geleidestang (9) in de groeven in het bovengedeelte van de voetplaat
(15).
• Plaats de cirkelgeleider (20) op het uiteinde van de geleidestang, zodat
deze met de punt naar beneden gericht reikt tot aan de juiste kant van de
bovenfreesmachine voor de snede die u wilt maken. Draai de puntschroef
met de wijzers van de klok mee, zodat ze duidelijk in aanraking komt met het
werkstuk. Zet de geleider vast op de stang door de vleugelmoer vast te draaien.
• Schuif de cirkelgeleider naar de juiste afstand van de frees voor de straal van de
cirkel of de boog die u wilt frezen. Draai de vergrendelknop van de geleidstang
(5) vast, voor een stevigere bevestiging kan een tweede vergrendelknop van de
geleidestang (5) gebruikt worden.
• Maak de snede zoals hierboven is beschreven, terwijl u het de punt van de
cirkelgeleider in het werkstuk gedrukt houdt.
De geleidingsbus gebruiken
• Bij het frezen met sjablonen moet de geleidingsbus (19) gebruikt worden.
• Verwijder voor de bevestiging van de geleidingsbus eerst de plastic
beschermingskussens van onder de voetplaat (15). De geleidingsbus kan
vervolgens bevestigd worden met dezelfde moeren en bouten waarmee de
stofafzuigpoort (14) bevestigd wordt. De ronde flens moet naar boven gericht zijn.
• Plaats voor het gebruik de plastic beschermingskussens terug.
OPMERKING: Met de bijgeleverde geleidingsbus kunnen alleen frezen met
een totale diameter van minder dan 16 mm gebruikt worden.
Onderhoud
WAARSCHUWING: Haal de stekker uit het stopcontact voor u de machine
schoonmaakt of onderhoud uitvoert.
Schoonmaken
• Houd uw machine schoon. Zorg ervoor dat afval zich niet ophoopt op
de onderdelen het gereedschap. Verwijder altijd stof en vuil en zorg
ervoor dat de luchtgaten nooit verstopt raken. Gebruik een zachte borstel
of een droge doek om de machine te reinigen. Gebruik zo mogelijk
zuivere, droge perslucht om door de luchtgaten te blazen.
Verwijdering
• Elektrische en elektronische apparaten mogen niet met uw huishoudelijk
afval worden weggegooid.
• Neem contact op met uw gemeente voor informatie betreffende de
verwijdering van elektrisch gereedschap.