2. Aanduiding van aansluitingen
Verwarmings
retourcircuit (C)
Koudwater (A)
Thermometer (N)
Reinigingsopening (I)
Elektrische
verwarming (D)
* Toevoer- en retouraansluitingen overeenkomstig de betreffende systeemconfiguratie.
3. Inbedrijfstelling
Het volledige systeem moet grondig doorgespoeld worden alvorens het in bedrijf wordt
gesteld. Het systeem mag alleen worden opgesteld in vorstvrije ruimtes met een voldoende
sterke vloer om het gewicht te dragen van het volledig gevulde vat.
Ongebruikte aansluitingen moeten professioneel worden afgedicht.
Wij adviseren een Airfix membraanexpansievat aan de drinkwatertoevoerleiding te monteren.
Waterslag in de installatie dient te allen tijde te worden voorkomen. Indien toch de mogelijk-
heid bestaat dat het drinkwatervoorraadvat aan waterslag kan worden blootgesteld dient deze
daartegen te worden beveiligd.
Het Prescor B veiligheidsventiel moet op een gemakkelijk toegankelijke plaats worden
gemonteerd omdat het regelmatig moet worden geïnspecteerd. Dit ventiel moet ook van een
afvoeraansluiting worden voorzien (zie aansluitschema drinkwater).
Om redenen van veiligheid, moet water uit de afvoerleiding kunnen ontsnappen terwijl
het systeem bezig is met opwarmen. Sluit de afvoerleiding niet af en blokkeer deze niet.
Controleer de dichtheid van het systeem als geheel tijdens normale bedrijfsomstandigheden
en tijdens onderhoud en haal indien nodig de (flens)verbindingen aan. Controleer het
veiligheidsventiel met regelmatige intervallen.
Verwarmings
Solar retourcircuit (S)
aanvoercircuit (M)
Warmwater (F)
Circulatie (E)
Thermostaat /
temperatuursensor (G)
Afvoer (T)
Ontluchting (B)
Solar
aanvoercircuit (K)
Alleen voor LS-E
Warmtewisselaar
Retourcircuit: (A)
Aanvoercircuit: (F)
Inspectieflens (J)
Systeemaansluiting
(Q)*
11