de monsterholte aan circulerende hondenziekte-antigenen, indien
die in het monster aanwezig zijn. De resulterende conjugaat-
antigeencomplexen migreren langs de membraan onder invloed
van capillaire werking. Ze worden ingevangen door specifieke
antistoffen, die gebonden zijn aan de membraan. Door ophoping
van gekleurde deeltjes wordt een roze testlijn gevormd. Het mengsel
passeert de strook verder richting het einde van de membraan. Daar
vormen de overgebleven gekleurde deeltjes een roze controlel jn,
die de geldigheid van de test bevestigt.
n DE PROCEDURE
VOOR ELKE TEsT hEbT U NODIg:
1 testapparaatje, 1 swab, 1 wegwerppipet en 1 druppelflesje met
extractievloeistof.
De reagentia moeten worden gebruikt bij kamertemperatuur.
Meng geen reagentia met elkaar die niet hetzelfde lotnummer
hebben!
1/ TOEVOEgEN VAN hET MONsTER:
- Conjunctivale, neus-, oog- of wangslijmvliesmonsters: breng het
verzamelde materiaal over van de swab naar de extractievloeistof,
waarb j de swab tegen de wand van de fles moet worden gedrukt.
Schud de fles daarna.
- Serum, plasma of urine: breng met een wegwerppipet 2 à
3 druppels monster over in de extractievloeistof. Schud de fles
daarna.
2/ TOEVOEgEN VAN hET REAgENs:
- Breng met een verticaal gehouden wegwerppipet 4 druppels van
het mengsel extractievloeistof/monster over in de monsterholte.
- Als de migratie niet binnen 2 minuten start, moeten 2 extra
druppels monsteroplossing in de monsterholte worden gedaan.
NL-2