NL
INSTRUCTIES VOOR HERGEBRUIk
Sluitring
Kapje
5.
6.
Groene indicator
Waarschuwing:
De centrale as
niet draaien
Éénpunts-
indicator
7b.
8.
Zwarte afsluitring
20
2b.
Sleutel
Rode indicator
Opblaas-
systeem
Afsluitring
7a.
Toegangs-
ventiel
voor
water
9b.
9a.
Éénpunts-
indicator
reddingslijn
Sluitring
Het opblaassysteem opnieuw gebruiksklaar maken
1. Leg het reddingsvest op een vlakke
ondergrond en veeg eventueel water af.
Houd met een hand de gaspatroon door
de stof vast.
2. Plaats de metalen sleutel zoals in
afbeelding (2a) tussen de zwarte sluitring
en het gele kapje en draai de sleutel
linksom (2b). De zwarte sluitring zal nu
linksom draaien.
3. Draai nu de zwarte sluitring linksom (3a)
en verwijder het kapje (3b). (Het gele kapje
is de bovenkant van het opblaassysteem.)
Gooi het gebruikte kapje weg.
4. Knijp in de afsluitring zodat het
opblaassysteem door de afsluitring naar
buiten komt.
Gooi het gebruikte opblaassysteem op
een milieuvriendelijke manier bij het afval.
5. Controleer of de indicator groen is.
Steek het nieuwe opblaassysteem in het
reddingsvest met de gaspatroon naar
boven. Laat de afsluitring rond de vier
pootjes van het opblaassysteem rusten.
6. Controleer nu als volgt het handmatige/
automatische kapje:
1. Is de éénpuntsindicator groen?
2. Is de vervaldatum niet verlopen?
Als het antwoord op beide vragen JA is,
ga dan naar punt 7. Indien het antwoord
NEE is, dient u een nieuw kapje aan te
schaffen.
7. Steek de gaspatroon door de stof in het
reddingsvest (7a). Druk het vervanging s-
Trekkoord
dat de
kapje, met het toegangsventiel voor het
water aan de rechterkant (7b), stevig op
het opblaassysteem en de afsluitring.
8. Terwijl u stevig op het opblaassysteem
drukt, draait u de zwarte afsluitring
rechtsom in gesloten positie. Trek aan
het kapje om er zeker van te zijn dat hij
goed op het opblaassysteem vastzit.
9. CONTROLEER:
Of de indicator op het kapje groen is,
of het trekkoord dat de reddingslijn
opblaast aanwezig is en of de af-
sluitring gesloten is. (9a) Wanneer de
afsluitring gesloten is, kan deze niet
met de hand linksom worden gedraaid
(9b). Als uw reddingsvest gebruikt is,
of als het Hammar-Opblaassysteem
vervangen is, dient u het vest altijd
met de mond weer op te blazen en
te controleren of het minimaal één
nacht opgeblazen blijft. Wanneer
uw reddingsvest de opblaastest niet
doorstaat, moet u contact opnemen
met het dichtstbijzijnde servicepunt
voor verdere controle. Laat het
reddingsvest weer leeglopen door
het ventiel van de blaaspijp in te
drukken. Pers ALLE OVERGEBLEVEN
LUCHT uit het vest zodat het goed
opgevouwen kan worden. Laat
het reddingsvest drogen voordat u
het inpakt. Wanneer het niet wordt
gebruikt, moet het reddingsvest op
een droge en goed geventileerde plek
worden bewaard.
Denk aan de jaarlijkse servicebeurt
van uw reddingsvest!
Verdere informatie over periodieke
controles en jaarlijkse service vindt u op
onze website: www.cmhammar.com
MA1
21