(A)
MB
MBC
DMV
CB
(B)
D505
20057264
20062223
20062227
20062228
7
GASLEIDING
• De gasstraat moet aangesloten worden op de
gaskoppeling 1)(A) door middel van de flens
2), de pakking 3) en de schroeven 4), die
samen met de brander zijn geleverd.
• De gasstraat kan zich zowel van rechts of links
komen, afhankelijk van wat het makkelijkst is,
zie fig. (A).
• De elektromagnetische gaskleppen moeten
zich zo dicht mogelijk bij de brander bevinden,
opdat het gas de branderkop kan bereiken bin-
nen de veiligheidstijd van 3s.
• Controleer of de druk, nodig voor de brander,
binnen het afstellingsbereik van de drukrege-
laar (kleur van de veer) ligt.
GASSTRAAT (B)
De gasstraat is gehomologeerd volgens de
norm EN 676 en wordt afzonderlijk geleverd.
LEGENDE (B)
1
Gastoevoerleiding
2
Manueel ventiel
3
Antivibratiekoppeling
4
Manometer met drukknopkraan
5
Filter
6A Bevat:
-
filter
-
werkingsventiel
-
veiligheidsklep
-
drukregelaar
6B Bevat:
-
werkingsventiel
-
veiligheidsklep
-
drukregelaar
6C Bevat:
-
veiligheidsklep
-
werkingsventiel
6D Bevat:
-
veiligheidsklep
-
werkingsventiel
7
Minimum gasdrukschakelaar
8
Dichtingscontrole, geleverd als accessoire
of geïntegreerd, in functie van de code van
de gasstraat. Volgens de norm EN 676 is
de dichtingscontrole verplicht voor bran-
ders met een maximumvermogen boven
1200 kW.
9
Pakking, enkel voor "geflenste" versies
10 Drukregelaar
11 Adapter straat-brander, afzonderlijk gele-
verd
P2 Druk vóór de ventielen/regelaars
P3 Druk vóór de filter
L
Gasstraat, afzonderlijk geleverd
L1 Ten laste van de installateur
Nota
Zie de bijgevoegde handleiding bij de gasstraat
voor de afstelling.