15
15
15
Fig. I
17 16 22 23 21
Fig. J
5
Onderhoud en foutopsporing
De gebruiker kan preventief
onderhoud verrichten. Volledig
onderhoud dient te worden verricht
door een goedgekeurde en
geautoriseerde, door Enerpac
aangewezen technicus.Aanbevolen
onderhoudsintervallen zijn:
20
a) 3 maanden - intensief gebruik
19
b) 6 maanden - normaal gebruik
c) 12 maanden - niet frequent
gebruik.
18
-
Indien de machine onder zware
omstandigheden gebruikt is, moet
een niet-destructieve test verricht
worden.
5.1
Preventief onderhoud (Fig. I & J)
•
Controleer of de schroeven van de
spilverdeelstukpen (zie 5.2.6) en de
wartel goed vastzitten.
•
Zet het gereedschap onder maximale
druk (uitschuiven en terugtrekken) en
controleer op tekenen van lekkage.
•
Reinig alle blootstaande onderdelen
met een neutraal reinigingsmiddel.
•
Verwijder de aandrijfas
•
Verwijder de schroeven van de
behuizing en verwijder de behuizing.
•
Maak de krukpen (16) los van de
zuigerstang.
•
Verwijder de krukeenheid (17).
•
Verwijder de ratel (18), de geveerde
aandrijfschoen (19) en drukveer (20).
•
Reinig alle anderen onderdelen met
een neutraal reinigingsmiddel.
•
Controleer alle onderdelen op schade.
•
Eventuele beschadigde onderdelen en
afdichtingen moeten worden
vervangen.
•
Droog alle componenten. Breng een
dunne laag molybdeendisulfide aan
op de aangegeven plaats (15).
Molybdeendisulfide is verkrijgbaar bij
Enerpac.
11