Transport En Tussenopslag; Produktomschrijving En Toebehoren; Montage- En Bedieningsvoorschriften; Opstelling/Montage - Wilo IPL Serie Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 23
NEDERLANDS
en bij gevaar voor elektrische spanning met
aangeduid.
Bij veiligheidsaanwijzingen, waarvan het niet-naleven leidt tot
gevaar voor de pomp/installatie en haar werking, worden aan-
geduid met het woord:
2.2
Personeelskwalificatie
De montage dient door gekwalificeerd personeel te worden uit-
gevoerd.
2.3
Gevaar bij het niet naleven van de veiligheidsvoor-
schriften
Het niet naleven van de veiligheidsaanwijzingen kan gevaar
voor personen en de pomp/installatie tot gevolg hebben. Het
niet naleven van de veiligheidsaanwijzingen kan leiden tot het
verlies van elke aanspraak op schadevergoeding.
Het niet naleven kan bijvoorbeeld met name leiden tot volgende
gevaren:
– Het uitvallen van belangrijke functies van de pomp/installa-
tie,
– Gevaar voor personen door elektrische en mechanische ef-
fecten.
2.4
Veiligheidsaanwijzingen voor de gebruiker
De bestaande voorschriften ter voorkoming van ongevallen in
acht nemen.
Gevaar door elektrische energie moet worden voorkomen. De
algemene voorschriften en de voorschriften van plaatselijke
energiemaatschappijen moeten worden nageleefd.
2.5
Veiligheidsaanwijzingen voor inspectie- en montage-
werkzaamheden
De gebruiker moet er voor zorgen, dat alle controle- en mon-
tagewerkzaamheden worden uitgevoerd door erkende en gek-
walificeerde vaklui, die voldoende op de hoogte zijn door een
grondige studie van de handleiding.
Principieel mag er alleen aan de pomp of de installatie gewerkt
worden bij stilstand.
2.6
Eigenhandig ombouwen en vervaardiging van
onderdelen
Wijzigingen aan de pomp/installatie zijn alleen toegestaan na
overleg met de fabrikant. Het gebruik van originele onderdelen
en door de fabrikant goedgekeurde toebehoren is in het be-
lang van de veiligheid. Het gebruik van andere onderdelen onts-
laat de fabrikant van alle verantwoordelijkheid voor de gevol-
gen daarvan.
2.7
Ontoelaatbare bedrijfsomstandigheden
De bedrijfszekerheid van de geleverde pomp/installatie is al-
leen gewaarborgd bij doelgericht gebruik volgens deel 1 van
de gebruikshandleiding. De in de catalogus en het datablad
vermelde grenswaarden mogen in geen geval worden onder-
of overschreden.

3. Transport en tussenopslag

De pomp moet tijdens het transport en de tijdelijke
OPGELET!
opslag worden beschermd tegen vocht en mechani-
sche beschadiging.
Het transport van de pomp moet gebeuren met goed-
gekeurde hijsmiddelen. Ze moeten worden bevestigd
aan de pompflenzen en ev. aan de buitenkant van de
motor (beveiligen tegen afschuiven!).
De transportogen aan de motor dienen hierbij alleen
voor het leiden van de lastopname.
16
OPGELET!
De transportogen aan de motor dienen alleen voor het
transport van de motor.
4. Produktomschrijving en
toebehoren
4.1
Omschrijving van de pomp
Eéntraps lagedruk centrifugaalpomp in blokkonstruktie. De
motor van de pomp wordt in 2 uitvoeringen geleverd:
– een normmotor wordt middels een koppeling star met de
steekas van de pomp verbonden. Tussen de pomp en de mo-
tor zit het z.g.n. „lantaarnstuk" (zie afb.1, pos.3)
– een motor met ongedeelde as wordt direkt op het pomphuis
aangeflensd (zie afb.2)
In beide uitvoeringen is dit een trillingsarme kompakte eenheid.
Het pomphuis in is „Inline" uitvoering (d.w.z. zuig en persstomp
met gelijke flensafmetingen in één lijn geplaatst). De as is naar
buiten met een mechanische asafdichting afgedicht. De pomp
wordt als inbouwpomp direkt in de bevestigde leiding gemon-
teerd, onder voorwaarde dat de juiste leidingdiameter wordt
toegepast en een spanningsvrije montage mogelijk is.
Twee pompen zijn in een gemeenschappelijk pom-
DPL :
phuis samengebouwden waterzijdig gescheiden
d.m.v. een omschakelklep. Het pomphuis is in Inline-
bouwwijze uitgevoerd. In combinatie met een pom-
pregeling wordt één van de pompen traploos gere-
geld en staat de tweede pomp als reserve en/of
pieklastpomp ter beschikking.
4.2
De levering omvat
– komplete pomp/dubbelpomp

– montage- en bedieningsvoorschriften

5. Opstelling/montage

5.1
Montage
– de installatieruimte dient goed geventileerd te zijn
– de pomp dient op een goed toegankelijke plaats te worden
gemonteerd, zodat bij kontrole achteraf of een vervanging
eenvoudig mogelijk is
– de minimale afstand tussen een muur en ventilatiekap van de
motor dient 15 cm te betragen
– de max. toelaatbare omgevingstemperatuur is +40 °C
– de pomp na beëindiging van alle soldeer-en laswerkzaam-
heden en de noodzakelijk spoeling van de installatie monte-
ren

Hide quick links:

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Ipl n serieDpl serieDpl n serieIpl 50/115-0,75/2

Tabla de contenido