Extra Specifieke Veiligheidsregels; Symbolen En Labels - Evolution DWP1000 Manual Del Proprietário

hebben een mogelijkheid tot explosies.
h. Controleer regelmatig het
brandstofsysteem voor lekkages.
Slangen en koppelingen moeten worden
gecontroleerd op beschadigingen of
schuurplekken. Controleer de benzinetank
voor schade of voor een slecht geplaatste
of versleten tankdop. Mogelijke defecten
moeten worden gerepareerd voordat de
motor wordt gebruikt.
i. U dient de motor altijd te stoppen
en af te laten koelen voordat u de tank
bijvult. Probeer het morsen van brandstof te
voorkomen (vaak vanwege het 'overvullen'
van de tank) en ruim gemorste brandstof
meteen op. Het toebrengen van droog
zand is een effectieve manier om gemorste
brandstof te neutraliseren.
j. Laat de olie uit de motor niet opraken.
De onstabiliteit van de motor bij het gebruik
van de laatste brandstof kan schade aan de
aangesloten apparatuur veroorzaken.
k. Bij het vervoeren van de motor in
een voertuig moet u verzekeren dat de
benzinekraan dicht zit. Om het risico op
het morsen van brandstof te voorkomen,
moet de motor vastgezet worden op het
laadgebied van het voertuig d.m.v. touwen
etc., zodat het niet kan bewegen tijdens het
vervoer. De motor moet stevig op een zo
vlak mogelijk oppervlak staan.
l. Voor langetermijnopslag raden wij
aan om het brandstofsysteem van de
motor leeg te laten lopen. Gedurende
langdurige opslag kunnen additieven in
moderne brandstoffen zich van de brandstof
afscheiden en openingen en kleppen in het
brandstofsysteem.
m. Sla de machine op in een veilig en
goed geventileerd gebied. Onbevoegd
personeel zou geen toegang moeten hebben
tot deze machine.

EXTRA SPECIFIEKE VEILIGHEIDSREGELS

a. Plaats de pomp zorgvuldig en verzeker dat
het niet kan bewegen tijdens het gebruik.
Het kan handig zijn om de wielen te blokkeren in
aanvulling op het gebruiken van de wielrem.
154
®
b. Houd het gebied direct rondom
de pomp leeg. Verzeker dat er geen
ontvlambare materialen in contact komen
met de motor.
c. Plaats altijd een invoerfilter op de
invoerslang. Hierdoor kunnen grote steentjes
en ander vuil niet het lichaam van de pomp
ingezogen worden en schade veroorzaken.
d. Houd de invoerfilter schoon. Gedurende
het gebruik kan de invoerfilter geblokkeerd
kunnen worden, waardoor de waterstroom
beperkt wordt en de motor extra belast wordt.
e. Plaats de waterafvoer (uitlaatpijp) een
eindje van de pomp vandaan. Houd de
pomp en de motor zo droog mogelijk.
f. Gebruik deze apparatuur niet voor
het pompen van benzine (of andere
ontvlambare vloeistoffen) of andere
bijtende vloeistoffen. Deze pomp is alleen
ontworpen voor het pompen van water.
g. Laat de pomp nooit droog draaien.
Vul de pomp (prime) altijd met water voor
de pomp te starten.
h. Richt het uitgevoerde water nooit
richting elektrische apparatuur of
bedrading. Water kan elektrische apparatuur
ernstig beschadigen en mogelijk tot ernstig
brandgevaar leiden.
i. Gebruik altijd tenminste 300 mm
flexibele slang voor het koppelen van
stijve leidingen op de pomp. Het direct
koppelen van stijve leidingen op de pomp
kan tot stress en spanning leiden die de
capaciteit van de pomp overschrijdt.
j. Neem alle veiligheidsvoorschriften
voor de bediening van de motor in
acht, zoals beschreven in de relevante
instructiehandleiding. Let in het bijzonder
op het proces voor bijvullen en de
veiligheidsregels.

Symbolen en labels

Waarschuwing: Bedien de machine niet
indien waarschuwings- en/of instructielabels
ontbreken of beschadigd zijn. Neem
contact op met Evolution Power Tools voor
vervangende labels.
www.evolutionbuild.com