Betrieb
Monitormixen maken
De mix die performers op het podium horen is meestal anders dan de mix
die het publiek hoort. Bij live geluidstoepassingen maakt de technicus een
aparte mix om naar de performer te verzenden door de ingangssignalen
naar gespecificeerde mengpaneeluitgangen, doorgaans monitor of auxil-
iary-uitgangen genoemd, te routeren.
Het volgende scenario toont een algemeen signaalpad voor monitormixen
en is geen weerspiegeling van de routering voor alle typen mengpanel-
en. Raadpleeg de gebruikshandleiding van uw mengpaneel voor gede-
tailleerde opties voor signaalroutering.
① Mengpaneelkanaal
Elke mengpaneelkanaal regelt audioverwerking en -routering voor
één audiobron. In dit voorbeeld wordt een zangmicrofoon op het
mengpaneelkanaal aangesloten.
② Monitor-/auxiliary-uitgangen
Stel de signaalniveaus af zodat deze naar de monitor-/auxiliary-uitgangen
worden verzonden, die elk corresponderen met een aparte monitormix.
Elke mix wordt naar aparte kanalen op de P3T-zender verzonden.
Opmerking: De kanaalfaders op de meeste mengpanelen hebben geen invloed
op het volume van de monitor-/auxiliary-uitgangen.
③ Draadloze transmissie
Elke monitormix wordt op een apart kanaal naar de P3R-ontvanger
verzonden. Met de MixMode-knop op het bodypack kan de mix worden
afgesteld tussen de audio van kanaal 1 en kanaal 2.
MixMode- en stereomonitoring
De ontvanger kan werken in stereo of in MixMode als de zender is in-
gesteld op STEREO-MX. Bij toepassingen waarbij meerdere bodypack-ont-
vangers op één zender zijn afgestemd, kunnen sommige bodypacks in
stereo werken en sommige in MixMode.
Modus selecteren
Stereo: De ontvanger is standaard ingesteld op stereomodus. Schakel de
ontvanger uit en schakel deze weer in om van stereomodus naar MixMode
te schakelen. Bij opnieuw inschakelen wordt de ontvanger weer in de ste-
reomodus gezet.
MixMode: Houd de knop GROUP op de bodypack-ontvanger ingedrukt bij
het inschakelen. De indicator MixMode op het display van de ontvanger
gaat branden ter bevestiging van de instelling. Als de ontvanger is uit-
geschakeld en weer wordt ingeschakeld, wordt de ontvanger weer in de
stereomodus gezet.
MixMode
GAIN
DC INPUT
EQ
AUX/MON 1
AUX/MON 2
PAN
Stereo
De audio van kanaal 1 wordt door de linkeroortelefoon gehoord en de
audio van kanaal 2 door de rechteroortelefoon. Door te luisteren in ste-
reomodus wordt de scheiding tussen de bronnen op elk kanaal verbeterd,
waardoor de helderheid kan worden verbeterd als er veel bronnen worden
gemonitord. Met de MixMode-knop op de bodypack kan de links-rechts-
balans worden afgesteld bij bedrijf in stereomodus.
Links (kanaal 1)
STEREO-MX/MONO
AUX/LINE
L - LOOP OUT - R
LEFT/CH.1 IN
RIGHT/CH.2 IN
Aux/Mon 1 Out
Aux/Mon 2 Out
Rechts (kanaal 2)
ANTENNA
83