144 nl | Kabelaansluitingen van het subsysteem
7
Kabelaansluitingen van het subsysteem
7.1
Voedingskabels
1.
Afbeelding 7.1 Voedingsmodule
2.
3.
7.2
iSCSI-hostpoorten
1.
Afbeelding 7.2 Controllermodule
2.
7.3
COM-poort
Het subsysteem wordt geleverd met één (1) COM-poort. De COM-poort is gereserveerd voor
het beheer van terminalemulatie. Deze poort kan worden gebruikt voor toegang tot een
geïntegreerd configuratieprogramma van de firmware. Er worden één (1) kabel voor audio-
aansluiting naar DB9 en een nulmodemadapter meegeleverd om de verbinding met de COM-
poort te vergemakkelijken (zie Afbeelding 7.2).
F.01U.027.801 | V5 | 2010.06
Sluit de twee (2) meegeleverde voedingskabels aan op de voedingsaansluitingen aan de
achterzijde van het systeem (zie Afbeelding 7.1).
Zorg ervoor dat de voeding binnen het juiste voedingsbereik (100 t/m 240 VAC) valt
voordat ze wordt ingeschakeld. Automatisch bereik wordt ondersteund door de
voedingsmodules.
Steek de stekker van het andere uiteinde van de voedingskabels in de voeding.
Het subsysteem wordt geleverd met twee (2) RJ-45 connectoren aan de achterzijde van
de controllermodule. Ze kunnen worden verbonden met externe netwerkapparaten of
iSCSI-initiatoren via standaard RJ-45 Ethernet-kabels van klasse 6. De netwerkkabels
moeten apart worden aangeschaft (zie Afbeelding 7.2).
Sluit het ene uiteinde van de Ethernet-kabel aan op het subsysteem en het andere
uiteinde op de netwerkapparaten of iSCSI-initiatoren.
Beknopte installatiehandleiding
RAID-subsysteem DVA-12T
Bosch Sicherheitssysteme GmbH
Capítulos
