NL • Printed in England • BA F 016 L69 839 • QX elctric • OSW 02.02
F016 L69 839.book Seite 5 Freitag, 22. Februar 2002 10:04 10
Instelling van de messen
B
D
Wanneer het gras niet zuiver en gelijkmatig ge-
knipt wordt, moet de maaicilinder ingesteld
worden.
1. Kantel de maaier achteruit en zet deze stevig
vast met blokken.
2. Verwijder de houder 11 van de grasbak.
3. Draai de instelschroef 18 in afzonderlijke
kleine stappen met de wijzers van de klok
mee.
Opmerking: De maaicilinder 19 is correct inge-
steld wanneer tijdens het draaien de maaimes-
sen het onderste mes over de volledige
breedte licht raken.
De maaimessen werken als een schaar. De
juiste instelling van de maaimessen is bereikt
wanneer een blad papier over de hele mes-
breedte zuiver wordt afgesneden.
Monteer de houder 11 van de grasbak weer
nadat de snijmessen correct zijn ingesteld.
Uittrekken en vervangen
B
G
H
van de QX-cilindercassette
De maaier is voorzien van een QX-cassette
(quick exchange, snel wisselen) die door een
erkende klantenservicewerkplaats kan worden
verwijderd wanneer de messen moeten wor-
den geslepen. Verwijder de cassette als volgt:
Het dragen van werkhandschoenen (niet mee-
geleverd) wordt aangeraden.
Verwijder de grasbakhouder 11.
Draai de schroeven 21 uit en verwijder het dek-
sel 20 van de aandrijving.
Draai de cassettebevestigingsschroef 22 aan
beide zijden naar buiten.
Verwijder de riemschijf 23 en de V-riem 24.
Draai daarvoor de drie schroeven 25 uit.
Trek de cassette-eenheid 26 aan de hand-
greep naar buiten. Laat u indien nodig helpen.
Breng de cassette-eenheid aan en monteer de
cassettebevestigingsschroeven 22 weer.
Draai de schroef 28 van de riemspanrol los.
Monteer de riemschijf 23 en de V-riem 24 weer.
Duw de riemspanrol 27 tegen de V-riem 24 en
draai de schroef 28 vast.
Monteer de aandrijvingsdeksel 20 weer.
Vervang toebehorencassettes op dezelfde
wijze.
52 • F016 L69 839 • TMS • 05.02.02
Aandrijvingskabel instellen
G
(Alleen modellen met eigen
Wanneer de maaier niet goed rijdt, moet even-
tueel de kabel voor de wielaandrijving worden
ingesteld.
Draai de moer 29 los en draai de instel-
schroef 30 enkele slagen tegen de wijzers van
de klok in.
Draai de moer 29 weer vast.
Bij correcte instelling is de aandrijvingsrol vast-
gekoppeld wanneer de koppelingshendel door
de wielaandrijving 17 tegen het greepboven-
stuk 1 wordt geduwd en losgekoppeld wan-
neer deze losgelaten wordt.
Na het maaien. Machine opbergen
Maak de buitenkant van de gazonmaaier gron-
dig schoon met een zachte borstel en een
doek. Gebruik geen water en geen oplos- of
polijstmiddelen. Verwijder al het vastzittende
gras en deeltjes, in het bijzonder van de ventila-
tieopeningen 8.
Leg de gazonmaaier op zijn zijkant en maak de
messen schoon. Verwijder samengeperst gras
met een stuk hout of plastic.
Bewaar de gazonmaaier op een droge plaats.
Plaats geen andere voorwerpen op de ma-
chine. Klap de greepbeugel volledig samen om
ruimte te besparen.
Let erop dat de kabels bij het samen- of
openklappen niet vastgeklemd worden.
Laat de greepbeugel niet vallen.
- 5
Nederlands
aandrijving)