Toepassing
De ZEPHYR zijn geschikt voor industriële toepassing, d.w.z. dat de beveiligingen conform EN DIN 294 zijn volgens tabel 4.
De ZEPHYR DLR kan voor continue bedrijf worden ingezet bij elke overdruk tussen 0 en de op het gegevensplaatje(N) aangegeven maximale
druk (bar).
Waarschuwing – aanzuigen van explosieve gassen
Ondeskundig gebruik kan zware verwondingen aan personen en schade aan de ZEPHYR tot gevolg hebben!
Er mogen geen gevaarlijke mengsels (b.v. brandbare of explosieve gassen of dampen), waterdamp, vloeistoffen, vaste stoffen of agressieve
dampen worden aangezogen.
De standaard uitvoeringen mogen niet in explosiegevaarlijke ruimtes gebruikt worden. Speciale uitvoeringen met Ex-motoren zijn leverbaar.
Pas op – temperatuur niet overschrijden
Bij het niet in acht nemen van de temperatuurgrenzen kan schade aan de ZEPHYR tot gevolg hebben.
De omgevingstemperatuur en de temperatuur van de aangezogen lucht moeten tussen de 5 en 40 C liggen.
Pas op – geluidsproductie
Gevaar voor het bedienend personeel.
Wij raden aan om bij een voortdurende aanwezigheid in de omgeving van de draaiende ZEPHYR, persoonlijke gehoorbescherming te
gebruiken om een blijvende beschadiging aan het gehoor te voorkomen.
Opstelling (figuur
en
)
Waarschuwing – Hete pompdelen
In bedrijfswarme toestand kan de temperatuur aan het oppervlak van de pompdelen (Q) boven 70°C stijgen!
Aanraking dient vermeden te worden.
Olievulopening (H), oliepeilglas (I) en olieaftap (K) moeten eenvoudig toegankelijk zijn. De koelluchtinlaat (E) en de koelluchtuitlaat (F) moeten
minstens 20 cm afstand hebben tot de dichtstbijzijnde wand. Uitgeblazen koellucht mag niet weer worden aangezogen.
Opmerking
De ZEPHYR kan alleen in horizontale positie worden toegepast.
Bij een opstelling boven de 1000 m boven zeeniveau is een capaciteitsvermindering merkbaar.
Installatie (figuur
tot
)
Bij opstelling en gebruik moeten de voorschriften van de ARBO Wet aangehouden worden.
Pas op – Gebruik de ZEPHYR niet zonder begrenzingventiel
Bij het overschrijden van de toelaatbare einddruk (zie typeplaatje) kan schade aan de DLR tot gevolg hebben.
De compressor mag niet zonder het standaard gemonteerde regel- en begrenzingventiel gebruikt worden.
1. Drukaansluiting bij (B).
Opmerking
Bij een te kleine en/of te lange drukleiding vermindert de capaciteit van de compressor.
2. De smeerolie (voor geschikte soorten zie "onderhoud") voor de tandwielen en kogellager vullen bij (H) tot het midden van het oliepeilglas (I).
Vulopening sluiten.
3. De elektrische gegevens van de elektromotor staan op het type plaatje (N) resp. op het motorplaatje. De motoren zijn gebouwd volgens DIN/
VDE 0530 en zijn uitgevoerd in beschermklasse IP 54 en isolatie klasse F. Het aansluitschema bevindt zich in het aansluitkastje van de motor
(niet van toepassing voor uitvoering met stekker). De gegevens op het motorplaatje dienen met de gegevens van het stroomnet vergeleken te
worden (stroomsoort, spanning, frequentie, max. stroomsterkte).
4. Motor door middel van een motorbeveiligingsschakelaar aansluiten. (voor de afzekering is een motorbeveiligingsschakelaar en voor de
trekontlasting van de aansluitkabel is een kabel-wartel nodig).
We adviseren het gebruik van motorbeveiligingsschakelaars, welke de uitschakeling van de pomp tijdvertraagd uitvoert, afhankelijk van een
eventueel optredende kortstondige elektrische overbelasting. Kortstondige elektrische overbelasting kan bij een koude start op treden.
Waarschuwing – elektrische installatie
Levensgevaar bij ondeugdelijke elektrische installatie!
De elektrische installatie mag alleen door een erkende installateur met in achtname van EN 60204 elektrisch aangesloten worden. De gebruiker
dient voor een werkschakelaar te zorgen.
Inbedrijfstelling (figuur
en
1. Motor kort starten en de draairichting controleren (zie richtingspijl (O)).
2. Drukleiding bij (B) aansluiten.
3. De gewenste overdruk kan doormiddel van het drukregelventiel (D) in de op de knop aangegeven wijze worden ingesteld.
)
- 2 -