Let op:
Voor de 2WD en Quattro uitvoering is de montage van onderdelen 1 en 2 van de trekhaak
verschillend.
033182 MONTAGEHANDLEIDING
1. Meegeleverde onderdelen en bevestigingsmaterialen van de trekhaak verwijderen. Eventueel aanwezige kit
ter plaatse van de bevestigingspunten verwijderen.
2. Verwijder de bodembekleding uit de kofferruimte en de uitneembare afdekkappen van de zijbekleding.
3. Demonteer de buitenbumper. Verwijder hiervoor 2 bouten uit de wielkasten, 1 schroef midden onder de auto
en 5 moeren rond de achterlichten.
4. Verwijder de metalen binnenbumper, door 4 bouten M10x100 uit de kofferbodem te verwijderen. Duw de
zijbekleding opzij om de bouten te kunnen verwijderen.
Voor alle Avant modellen tot 2002:
Maak een snee in het midden van het piepschuim gedeelte van de bodembekleding, zodat men de uiteindes
van de bodembekleding een voor een naar binnen kan buigen, om de 4 bouten te demonteren.
5. Voor alle modellen tot 2002:
Verwijder de kunststof onderspoiler van de auto.
6. Schuif de montagesteunen "1" (zie fig.1)in het chassis en monteer t.p.v. de gaten "A" 2 flensbouten M10x100
(10.9) incl. ringen ø38x10,5x3,5 en t.p.v. de gaten "B" 2 flensbouten M10x100 (10.9)incl. ringen ø38x10,5x3,5
en zelfborgende moeren.
7. Monteer de trekhaak t.p.v. de gaten "C" met 2 flensbouten M10x40 (10.9), t.p.v. de gaten "E" met 2 flensbouten
M10x40 (10.9)incl. sluitringen en zelfborgende moeren en t.p.v. de gaten "D" met 2 bouten M10x40 (10.9) incl.
carrosserieringen, veerringen en bumpersteunen "2" (zie fig. 2).
8. Monteer de binnenbumper op de trekhaak t.p.v. de gaten "F" met 4 bouten M8x20, incl. sluitringen, veerringen
en moeren M8. Schuif vervolgens de binnenbumper zover mogelijk naar de trekhaak toe.
9. Maak een uitsparing in de buitenbumper volgens bijgeleverde sjabloon 024141-1.
10. Voor alle modellen tot 2002:
Maak een uitsparing in de onderspoiler volgens bijgeleverde sjabloon 024141-2.
11. Maak een uitsparing in de binnenbumper volgens bijgeleverde sjabloon 024141-3.
12. Monteer de kopplaat inclusief stekkerdoosplaat met 2 bouten M12x70 incl. sluitringen en zelfborgende
moeren.
Monteer de kogel met 2 bouten M16x50, incl. veerringen en moeren.
13. Zet de trekhaak vast. Hierbij de volgende aanhaalmomenten hanteren:
M 8
-
23Nm
M10 (10.9)
-
68Nm
M12
-
79Nm
M16
-
195Nm
Het is noodzakelijk om na ca. 1000 km gebruik de boutverbindingen na te trekken (volgens gegeven
aanhaalmomenten).
14. Monteer de onderspoiler en de bumper op hun plaats terug.
15. Herplaats alle onder punt 2 en 3 verwijderde onderdelen.
16. Bosal kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enig gebrek in het produkt zoals veroorzaakt door de
schuld of door welk onoordeelkundig gebruik ook van de gebruiker of een persoon voor wie hij aansprakelijk
is (art. 185, lid 2 N.B.W.).
Achtung:
Für die 2WD und Quattro Modelle ist die Montage der Teile 1 und 2 der Anhängevorrichtung
unterschiedlich.
033182 ANBAUANWEISUNG
1. Die Anhängevorrichtung auspacken und die Befestigungsteile auf Vollständigkeit überprüfen. Im Bereich
der Befestigungspunkte den Unterbodenschutz entfernen.
2. Die Bodenverkleidung und die abnehmbaren Abdeckkappen der Seitenverkleidung aus dem Kofferraum
entfernen.
3. Den Kunststoffstoßfänger demontieren. Hierfür zwei Schrauben aus dem Radbehälter, eine Schraube
in der Mitte unter dem Fahrzeug und fünf Muttern bei den Rücklichtern entfernen.
4. Den metallischen Innenstoßfänger durch vier Schrauben M10x100 im Kofferraumboden entfernen. Die
Seitenverkleidung zur Seite drücken, so daß die Schrauben entfernt werden können.
Für alle Modelle Avant bis 2002:
Eine Schnitt in der Mitte des Styroporteils der Bodenverkleidung machen, so daß man die Enden der
Bodenverkleidung nach Innen biegen kann, um die vier Schrauben zu demontieren.
5. Für alle Modelle bis 2002:
Den Kunststoffunterspoiler des Fahrzeuges entfernen.
6. Die Stützen "1" (siehe Fig.1) in das Chassis schieben und mit zwei Flanschschrauben M10x100 (10.9)
und Scheiben ø38x10,5x3,5 an die Löcher "A" und mit zwei Flanschschrauben M10x100 (10.9),
Scheiben ø38x10,5x3,5 und selbstsichernden Muttern an die Löcher "B" montieren.
7. Die Anhängevorrichtung mit zwei Flanschschrauben M10x40 (10.9) an die Löcher "C", mit zwei
Flanschschrauben M10x40 (10.9), Unterlegscheiben und selbstsichernden Muttern an die Löcher "E"
und mit zwei Schrauben M10x40 (10.9), Karosseriescheiben, Federringen und Stoßfängerstützen "2"
(siehe Fig. 2) an die Löcher "D" montieren.
8. Den Innenstoßfänger mit vier Schrauben M8x20, Unterlegscheiben, Federringen und Muttern M8 auf die
Anhängevorrichtung (Löcher "F") montieren. Den Innenstoßfänger sonah wie möglich an die
Anhängevorrichtung heranführen.
9. Einen Ausschnitt im Außenstoßfänger gemäß Schablone 024141-1 vornehmen.
10. Für alle Modelle bis 2002:
Einen Ausschnitt im Spoiler gemäß Schablone 024141-2 vornehmen.
11. Einen Ausschnitt im Innenstoßfänger gemäß Schablone 024141-3 vornehmen.
12. Die Kopfplatte und Steckdosenhalteplatte mit zwei Schrauben M12x70, Unterlegscheiben und
selbstsichernden Muttern montieren.
Die Kugel mit 2 Schrauben M16x50, Federringen und Muttern montieren.
13. Die Anhängevorrichtung ausrichten und alle Schrauben mit folgenden Drehmomenten anziehen:
M 8
-
23Nm
M10 (10.9)
-
68Nm
M12
-
79Nm
M16
-
195Nm
Nach ca. 1000 km die Bolzenverbindungen, wie angegeben, nachziehen.
14. Den Spoiler und den Stoßfänger wieder anbringen.
15. Alle entfernten Teile wieder montieren (siehe Punkt 2 und 3).
16. Für einen Mangel am Produkt, der durch den Fahrzeughalter oder eine andere Person aufgrund
unsachgemäßer Benutzung verursacht wurde, übernimmt Bosal keine Haftung (art. 185 lid 2 N.B.W.).