VLOEISTOF ONDER.
- Maak het apparaat schoon met een vochtige
doek met een paar druppels afwasmiddel en
droog het daarna goed af.
- Gebruik geen oplosmiddelen of producten met
een zure of basische pH zoals bleekwater, noch
schuurmiddelen, om het apparaat schoon te
maken.
- De onderdelen van dit apparaat kunnen niet in
de vaatwasser gereinigd worden
- Droog alle onderdelen goed af alvorens het
apparaat opnieuw te monteren en op te bergen.
BEHANDELING VAN KALKAANSLAG:
- Voor een perfecte werking van het apparaat
moet het vrij zijn van kalk- of magnesiumaans-
lag, veroorzaakt door hard water.
- Om dit soort problemen te vermijden, is het
raadzaam om water te gebruiken met een laag
kalk- of magnesiumgehalte.
- Als het onmogelijk is om het hierboven
aanbevolen soort water te gebruiken, moet u
het apparaat regelmatig ontkalken, met een
periodiciteit van:
- Elke 6 weken als het water "zeer hard" is.
- Elke 12 weken als het water "hard" is.
- Hiervoor dient u een ontkalkingsproduct te
gebruiken dat speciaal geschikt is voor dit type
apparaat.
- We raden aan om geen huishoudelijke middelen
te gebruiken om het apparaat te ontkalken,
zoals azijn.
STORINGEN EN REPARATIE
- Breng het apparaat bij storing naar een erkende
Technische Dienst. Probeer het apparaat niet
zelf te demonteren of te repareren, want dit kan
gevaarlijk zijn.
VOOR EU-VERSIES VAN HET PRODUCT EN/
OF INDIEN VAN TOEPASSING IN UW LAND:
MILIEUVRIENDELIJKHEID EN HERGEBRUIK
VAN HET PRODUCT
- Het verpakkingsmateriaal van dit apparaat is
geschikt voor inzameling, classificatie en her-
gebruik. U kunt dit materiaal wegwerpen in de
openbare afvalcontainers die voor de desbetre-
ffende typen materiaal zijn bestemd.
- Het product bevat geen stoffen in concentraties
die als schadelijk voor het milieu beschouwd
kunnen worden.
Dit symbool betekent dat u het product
aan het eind van zijn levenscyclus moet
afgeven aan een erkende afvalverwerker
ten behoeve van de gescheiden verwer-
king van Afgedankte Elektrische en Elek-
tronische Apparatuur (AEEA).
Dit apparaat voldoet aan de laagspannings-
richtlijn 2014/35/EU, de richtlijn 2014/30/EU met
betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit,
de richtlijn 2011/65/EU met betrekking tot beper-
kingen in de toepassing van bepaalde gevaarlijke
stoffen in elektrische en elektronische apparaten
en de richtlijn 2009/125/EG met betrekking tot de
eisen inzake het ecologisch ontwerp van ener-
gie-gerelateerde producten.