Tabla de contenido
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
1.
De IKAR-personenlier PLW is getest en toegelaten voor het hijsen en laten zakken van personen en lasten aan de
IKAR-draagconstructies (ZP/C023/16) volgens RL 2006/42/EG, zoals IKAR-giekarmen van het type AASS en ASS, en
de IKAR-drievoet van het type DB.
Opmerking: De betreffende gebruikers- en onderhoudshandleidingen van deze toestellen moeten eveneens in acht
worden genomen.
2.
Bij veronachtzaming van de gebruikershandleiding(en) bestaat levensgevaar.
3.
Voor het vervoer van personen zijn conform RL 2006/42/EG bovendien het gebruik van een IKAR-
hoogtebeveiligingsapparaat van het type HRA volgens EN 360:2002 / EN 1496:2007 en de IKAR-harnas- en
reddingsgordels van het type IK G4 DW, IK G4 DWR, IK G2 A/B of IK G2 A/B R volgens EN 361 / EN 813 in combinatie
met de IKAR zitplank voorgeschreven.
4.
Er moet een plan van de reddingsmaatregelen beschikbaar zijn, waarin alle noodgevallen staan beschreven die bij de
werkzaamheden kunnen optreden.
5.
De inrichting mag uitsluitend door personen worden gebruikt die voldoende opgeleid zijn en over de nodige
kennis beschikken. De gebruiker mag geen fysieke belemmeringen hebben. (alcohol, drugs, medicamenten of
bloedsomloopproblemen)
6.
De kabellier mag niet voor het vastzetten van lasten worden ingezet.
7.
Voorafgaand aan elk gebruik moet de leesbaarheid van de productmarkering worden gecontroleerd. Er
moet een functionele test van de personenlier worden uitgevoerd.
8.
De remfunctie van de kabellier moet voor elk gebruik worden gecontroleerd; bij het draaien in de richting 'hijsen' moet
een klikgeluid hoorbaar worden.
Opmerking: Minimale trekkracht voor een correcte werking van de rem: 30 daN. Indien er geen sprake is van deze
minimale belasting, dan treedt de remfunctie niet in werking.
9.
De kabel nooit zonder beschermende handschoenen aanraken. Beschadigde kabels mogen niet langer gebruikt
worden.
10. Bij twijfel rond de veilige werking van de lier moet hij buiten bedrijf worden gesteld, en dit moet worden gemeld aan een
door de fabrikant geautoriseerde deskundige of de fabrikant zelf. De lier mag slechts na schriftelijke goedkeuring van
de deskundige weer worden gebruikt.
11. De kabel mag onder belasting slechts zó ver worden opgewikkeld, dat een flensrand van min. 1,5 x de kabeldiameter
gegarandeerd is.
12. Onder belasting moeten minstens 2 windingen kabel op de trommel achterblijven.
13. Het remmechanisme niet smeren.
14. Voor het opwikkelen in onbelaste toestand moet de kabel licht onder spanning worden gehouden.
15. De nominale belasting van de lier bedraagt in de bovenste en de onderste kabelpositie 300 daN en mag niet
overschreden worden.
16. Er mag alleen de IKAR VA-veiligheidskabel ø6 mm met een maximale lengte van 30 m worden gebruikt.
17. Personen en lasten mogen niet tegelijk worden opgehesen.
18. Het oponthoud van personen onder een hangende last is niet toegestaan.
19. De hijskabel mag niet rond de last worden geslagen.
20. Indien de bediener de beweging van de last niet zelf kan volgen, dan moet dit via een helper gebeuren.
21. De voorschriften ter voorkoming van ongevallen BGV D8 moeten eveneens in acht worden genomen.
22. De kabellier moet, al naargelang de gebruiksomstandigheden, de onderhoudsintervallen en de gebruiksvoorwaarden,
maar in ieder geval één keer per jaar, door een door de fabrikant opgeleide deskundige worden getest. Dit moet
in het meegeleverde controleboek worden gedocumenteerd. De goede werking en de duurzaamheid van het
hoogtebeveiligingsapparaat hangen af van de regelmatige controle.
NEDERLANDS
Gebruikershandleiding
Veiligheidsinstructies
Voor het in gebruik nemen moet de gebruikershandleiding
absoluut worden gelezen en inhoudelijk begrepen.
27
Tabla de contenido
