Symbolen
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning:
door onbeschermde, spanningvoerende onderdelen
in de behuizing bestaat gevaar voor elektrische
schokken.
Veiligheidsklasse II: het controleapparaat beschikt over
een versterkte of dubbele isolatie.
Overspanningscategorie III: bedrijfsmiddelen in vaste
installaties en voor toepassingen waarbij bijzondere
vereisten aan de betrouwbaarheid en de beschikbaar-
heid van de bedrijfsmiddelen worden gesteld, bijv.
schakelaars in vaste installaties en apparaten voor
industriële toepassingen met constante aansluiting
op de vaste installatie.
1
5
1
Detectorpunt
2
ON / OFF
Instellen van de
gevoeligheid
1
Batterijen plaatsen
Open het batterijvakje en plaats
de batterijen overeenkomstig de
installatiesymbolen. Let daarbij
op de juiste polariteit.
Controleer het apparaat vóór ieder gebruik op een bekend
bedrijfsstroomcircuit volgens het aangegeven spanningsbereik
!
van het apparaat. Voorkom verkeerde metingen en controleer
de batterijen vóór gebruik van het apparaat, door de
geïntegreerde zaklamp in te schakelen (zie punt 5).
14
NL
2
4
3
Zakclip
4
Zaklamp
aan / uit
3
6
5
Zaklamp
6
Batterijvakje aan
de achterzijde