Gasaansluiting
12
De gasaansluiting dient zodanig te zijn uitgevoerd
dat de gaskraan toegankelijk is en zo nodig na
opening van een meubeldeur zichtbaar is.
Sluit het apparaat met een van de bijgevoegde
hoekstukken R 1/2" (aan het apparaat) met de
bijbehorende afdichting op een vaste gasleiding
aan of op een bij het type apparaat passende
veiligheidsgasslang volgens DIN 3383 deel 1.
Indien de veiligheidsgasslang maar gedeeltelijk uit
metaal bestaat, mag de omgevingstemperatuur van
70 °K niet worden overschreden.
Indien de gasleiding volledig uit metaal bestaat, is
de toegestane omgevingstemperatuur 115 °K.
Een flexibele leiding dient zodanig te worden
aangebracht dat deze niet met bewegende delen
van het keukenmeubel (bijv. keukenlade) in
aanraking kan komen.
• Draai de schakelknoppen op de nulstand.
• Sluit het apparaat op de gasleiding aan.
• Controleer de aansluiting op lekkage.
• Sluit het apparaat op de netspanning aan en
controleer of het goed functioneert. Indien het
apparaat vanzelf uitschakelt, bevindt er zich
mogelijk lucht in de gasleiding. Draai de
schakelknop op 0 en ontsteek de brander
opnieuw. Indien nodig, herhalen totdat het
apparaat ontsteekt.