Controleer vóór u de tank terugplaatst of de vlotter niet geblokkeerd is, hierdoor
zou het waterpeildetectiesysteem kunnen defect raken en kan het toestel
beschadigd worden (lek, kortsluiting...)
2. Voortdurende afvoer
Indien u een afvoersysteem wenst te installeren, dient u een slang (met een
binnendiameter van 9 mm) aan te sluiten op de achterzijde van het toestel en
deze aan te sluiten op een afvoer van het type gootsteen of waterspoeling.
Het toestel goed uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken alvorens
de afvoerslang te installeren en het waterreservoir op voorhand goed ledigen.
Goed controleren of de diameter van de slang aangepast is aan de afvoeruitgang
om eventuele lekken te voorkomen.
Controleer of de afvoerslang schuin geïnstalleerd is om het vlot wegstromen van
het water te verzekeren.
De waterafvoerslang mag niet te lang zijn (maximaal 1 tot 1,5 m) om te
voorkomen dat de slang klem komt te zitten of geplooid wordt, waardoor de
waterafvoer blokkeert.
REINIGING EN ONDERHOUD
Het toestel steeds uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken alvorens
het toestel te verplaatsen of voor elke reinigingshandeling.
De stekker van het toestel nooit in het stopcontact laten zitten wanneer u het
toestel niet gebruikt.
Nooit chemische producten zoals alcohol, benzine of diesel gebruiken om het
toestel schoon te maken.
Laat het water uit het reservoir, spoelen en afvegen met een droge vod.
Gebruik een vochtige vod om de buitenkant van het toestel schoon te maken. Het
toestel niet met water bestuiven.
22/37