3.5 Typische opstelling
Opmerking: Deze opstelling is alleen een illustratief voorbeeld.
3.6 Instellen van bypass
Optimale werking van de warmtepomp gebeurt wanneer de koel gasdruk 22 ±2 bar is.
Deze druk kan afgelezen worden van de drukmeter naast het controlepaneel van de warmtepomp. Onder
deze condities is de water doorstroming door het apparaat dan ook optimaal.
Opmerking: Werking zonder een bypass of met een onjuiste bypass instelling kan resulteren in
sub-optimale warmtepomp werking en mogelijk de warmtepomp beschadigen, wat de garantie
ongeldig maakt.
Gebruik de volgende procedure om de
bypass bij te stellen:
•
Open de drie kleppen voledig
•
Sluit klep 1 langzaam tot de waterdruk
is verhoogd met ongeveer 100 to 200 g
•
Sluit klep 3 ongeveer halverwege om
de gasdruk bij te stellen in het koelsysteem
•
Als het scherm "AAN" aangeeft of fout
code EE3 , sluit stap voor stap klep 1, om
de water toevoer te verhogen en stop
wanneer de code verdwijnt.
- 163 -