2. Montage en Gebruik
2.1 Montage
De evenwichtsfles wordt geïntegreerd in het leidingwerk. Het leidingwerk, resp. de verdeler, moet(en) daarom zo worden bevestigd, dat zij het
gewicht en eventuele overige belastingen dragen. Gebruik bij de evenwichtsflessen vanaf DN50 de meegeleverde voet. De stalen buis moet
op maat worden ingekort, afhankelijk van de gekozen montagehoogte. De hydraulische koppelingen worden aangelegd zonder isolatieschalen.
Zorg voor voldoende afstand tot de wand, zodat de achterste halve schaal tijdens de laatste montagestap kan worden aangebracht.
2.2 Hydraulische aansluiting
De toevoer- en retourleidingen moeten conform de volgende afbeeldingen resp. toepassingsvoorbeelden worden aangesloten.
Evenwichtsfles K:
Evenwichtsfles vanaf DN50:
!
! Let op de positie van de toevoersensor bij evenwichtsflessen met hydraulische vereffening. Als overgang naar de warmtebron zijn voor de
evenwichtsfles buiseinden in verschillende afmetingen beschikbaar (las-, flens-, schroefdraad-, Victaulic-koppeling). Gebruik als overgang
naar de verdeler de passende Victaulic-(verloop)koppelingen.
!
29