Dompel het toestel niet onder in water of in een
•
andere vloeistof.
Steek geen spelden of metalen elementen in het
•
toestel.
Gebruik het toestel nooit in de regen of in een
•
vochtige omgeving.
Gebruik het toestel nooit wanneer de elektrische
•
kabels bloot liggen of beschadigd werden.
Let erop dat het voedingssnoer niet geplet of
•
geklemd wordt, in het bijzonder ter hoogte van de
voedingsblokken, stekkers en de aansluiting op het
toestel.
Houd het toestel en de adapter uit de buurt van
•
warme oppervlakken.
Gebruik dit toestel niet:
•
indien het voedingssnoer beschadigd is,
-
indien het niet correct werkt,
-
indien het toestel schokken of beschadigingen
-
onderging,
indien het in het water gevallen is.
-
Indien het voedingssnoer beschadigd is, dient het
•
vervangen te worden door de fabrikant, de klantendienst
of bevoegde personen om elk risico uit te sluiten.
Koppel het toestel steeds los ter hoogte van de
•
transformator, trek niet aan de kabel.
V.5.0
V.5.0
gebruiksvoorschriften
23