Flitsen Met Handbediening; Flitsen Met Handinstalling - Metz MECABLITZ 45 CL-1 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 47
De fotosensor van de flitser moet op het onderwerp gericht zijn, waarheen
de hoofdreflector van de flitser ook gericht staat. De fotosensor heeft een
meethoek van 25°. De sensor meet alleen gedurende de eigen lichtafgifte
van de flitser. Bij flitsen met automatiek beschikt de gebruiker over 5 automa-
tiekdiafragma's.
Instelmethode voor het flitsen met automatiek:
Instelvoorbeeld:
Verlichtingsafstand: 5 m
Filmgevoeligheid: ISO 100/21°
• Camera volgens de opgaven van zijn gebruiksaanwijzing instellen.
• Flitser met hoofdschakelaar
• Instelknop
(afb. 3) voor de filmgevoeligheid draaien. Het instelmerkje
moet tegenover de ISO aanduiding van de filmgevoeligheid staan, zodat
de afstandsbereiken kunnen worden afgelezen.
De flitsafstand van 5 m veroorlooft, bij het in acht nemen van de max. flit-
safstand, de automatiekdiafragma's 8 - 5,6 - 4 - 2,8.
• Kiesschijf op een van de uitgevoerde automatiekdiafragma's instellen. De
instel-streep
(afb. 3) verbindt daarbij het ingestelde diafragmagetal met
de bijbehorende max. flitsafstand op de afstandsschaal. De min. flitsaf-
stand bedraagt ongeveer 10% van de max. flitsafstand.
• Diafragma op de flitser en de camera op hetzelfde getal instellen.
Met het oog op de kleinst mogelijke scherptediepte ( bij portretopnamen
gewenst ) bevelen wij aan om diafragma 2,8 te nemen. Bij groepsfoto's
waar veel personen achterelkaar staan, bevelen wij diafragma 8 aan.
•Flitsparaatheid afwachten - groene LED licht op.
Het onderwerp moet zich op ongeveer het derde deel van het
afstandsbereik bevinden. Daarmee heeft de elektronica voldoende
speelruimte voor de belichting, wanneer dat nodig is.
De flitsafstanden van elk automatiekdiafragma overlappen elkaar. Door
deze overlapping kan het te fotograferen onderwerp altijd in het middelste
derde deel worden geplaatst.
24
(afb. 2) inschakelen.
Voorzichtig bij zoomobjectieven !
Deze kunnen op grond van hun constructietype lichtverlies tot een hele
stop veroorzaken. Zij kunnen ook bij verschillende instellingen van de
brandpuntsafstand verschillende effectieve diafragmawaarden heb-
ben. Deze eventueel door een met de hand te corrigeren instelling van
de diafragmawaarde op de flitser compenseren !

4. Flitsen met handbediening

In deze flitsfunctie wordt de volle energie door de flitser uitgestraald. De aan-
passing aan de opnamesituatie kan door de instelling van het diafragma op
de camera worden uitgevoerd. Wanneer de ingestelde waarde niet met de
daadwerkelijke afstand overeenkomt, moet het diafragma worden veran-
derd.
Maatgevend voor het deelvermogen is:
• de afstand tot het onderwerp.
• de gewenste diafragmawaarde
• de filmgevoeligheid ISO.
Instelmethode voor flitsen met handbediening:
Instelvoorbeeld:
Flitsafstand 5 m
Filmgevoeligheid: ISO 100/21°
• Stel de camera in volgens de opgaven in zijn gebruiksaanwijzing.
• Schakel de flitser via zijn hoofdschakelaar
• Draai de instelknop voor de filmgevoeligheid
Het witte instelstreepje moet tegenover de aanduiding van de filmgevoeligheid
ISO staan. Stel deze filmgevoeligheid ook in de instelunit op de lampstaaf in.
• Keuzeschijf
op M zetten.
Boven de flitsafstand op de schaal wordt het in te stellen diafragmagetal
getoond.
Bij een flitsafstand van 5 m ( als in het voorbeeld ) moet op de camera
diafragma 8 worden ingesteld.
(afb. 2) in.
(afb. 3) op de reflector.
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido