nld
Let op! Alvorens de hogedrukslang (5) wordt losgekoppeld, dient erop te
worden gelet dat de druk volledig is afgelaten. Let op de door de mano-
meter (9) aangegeven druk.
LET OP
Gebruik de elektrische afperspomp niet gedurende een langere periode op een
gesloten installatie of met een gesloten afsluitventiel 'Test' (7). De elektrische
afperspomp kan door oververhitting worden beschadigd. Gebruik de elektrische
afperspomp niet zonder water/vloeistof.
3.2. Pompen van vloeistoffen
WAARSCHUWING
Er mogen geen brandbare vloeistoffen, zuren of oplosmiddelen worden
gepompt! De toelaatbare waarden voor pH, viscositeit en temperatuur van de
vloeistoffen moeten in acht worden genomen (zie '1.3. Werkgebied').
Steek de aanzuigslang (2) met het aanzuigfi lter (4) en het aanzuigfi lter met
terugstroomklep (10) in het reservoir met de vloeistof die moet worden gepompt.
Leidt de hogedrukslang (5) in de tank of installatie die moet worden gevuld.
Open het drukregelventiel 'Pressure' (8) en het afsluitventiel 'Test' (7). Schakel
de pomp in (1) en pomp de vloeistof.
3.3. Beëindiging van het bedrijf
Na het beëindigen van de werkzaamheden moeten het drukregelventiel 'Pres-
sure' (8) en het afsluitventiel 'Test' (7) worden geopend en dient de pomp samen
met de slangen (2) en (5) enkele minuten met schoon water te worden gespoeld.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
De aansluiting voor de aanzuigslang (3) en de aansluiting voor de hogedrukslang
(6) kunnen tijdens de werkzaamheden zeer heet worden. Raak deze niet aan.
Voor het demonteren van de slangen (2) en (5) dient te worden gewacht tot
deze afgekoeld zijn of moet een geschikte handbescherming worden gebruikt.
3.4. Opslag en transport
Om schade te voorkomen, dienen de elektrische afperspomp en de slangen
volledig te worden geleegd. De elektrische afperspomp dient droog te worden
opgeslagen bij ≥ 5 °C.
4. Onderhoud
Ongeacht het hieronder beschreven onderhoud wordt aanbevolen om het
elektrische apparaat ten minste één keer per jaar naar een geautoriseerde
REMS klantenservice te brengen voor een inspectie en herhaalde controle van
het elektrische apparaat. In Duitsland is zo'n herhaalde controle van elektrische
apparaten volgens DIN VDE 0701-0702 verplicht en volgens het ongevalpre-
5. Storingen
WAARSCHUWING
Alvorens een storing op te lossen, de elektrische afperspomp met de aan-uitschakelaar (1) uitschakelen en de netstekker uittrekken!
5.1. Storing: De afperspomp loopt, maar genereert geen druk.
Oorzaak:
● Het drukregelventiel 'Pressure' (8) is open.
● De afperspomp zuigt lucht aan.
● Het aanzuigfi lter (4) en/of aanzuigfi lter met terugstroomklep (10) aan de
aanzuigslang zijn verstopt.
● De elektrische afperspomp is defect.
5.2. Storing: De druk aan de manometer (9) schommelt onregelmatig.
Oorzaak:
● Er zit lucht in het leidingsysteem.
5.3. Storing: De motor loopt niet aan, bromt.
Oorzaak:
● De elektrische afperspomp blokkeert.
● Ongeschikte spanningsbron.
● Ongeschikte verlengkabel.
● Er is druk in de pomp bij een gesloten afsluitventiel 'Test' (7).
5.4. Storing: De motor blijft tijdens het bedrijf plots stilstaan.
Oorzaak:
● De motorbeveiligingsschakelaar heeft gereageerd.
● De pomp is heet gelopen of blokkeert.
ventievoorschrift DGUV-voorschrift 3 'Elektrische installaties en bedrijfsmiddelen'
ook voor mobiele elektrische bedrijfsmiddelen voorgeschreven. Daarnaast
dienen de voor de plaats van inzet geldende nationale veiligheidsbepalingen,
regels en voorschriften in acht genomen en gevolgd te worden.
4.1. Onderhoud
WAARSCHUWING
Vóór de inspectie altijd de netstekker uittrekken!
De opgebouwde druk kan worden afgelaten door het afsluitventiel 'Test' (7) en
drukregelventiel 'Pressure' (8) te openen. Anders kan voor de gebruiker de
restdruk bij de demontage tot een risico op letsel door wegvliegende onderdelen
leiden. Let op de manometer (9).
Reinig de elektrische afperspomp regelmatig, vooral als deze langere tijd niet
wordt gebruikt. Bewaar de elektrische afperspomp op een vorstvrije plek. Voor
het reinigen van het aanzuigfi lter (4) en aanzuigfi lter met terugstroomklep (10)
moet de aanzuigslang afgeschroefd en het aanzuigfi lter (4) met geschikt gereed-
schap, bijv. een platte tang, uit de slang getrokken worden. Vervolgens dienen
beide fi lters onder stromend water te worden gereinigd. Vervang beschadigde
aanzuigfi lters. Controleer voor elk gebruik de hogedruk- en aanzuigslang op
beschadigingen. Beschadigde slangen niet gebruiken.
Reinig kunststof onderdelen (bijv. de kast) uitsluitend met de machinereiniger
REMS CleanM (art.nr. 140119) of met milde zeep en een vochtige doek. Gebruik
geen huishoudelijke reinigingsmiddelen. Deze bevatten allerlei chemicaliën die
kunststof onderdelen kunnen beschadigen. Gebruik voor de reiniging in geen
geval benzine, terpentijnolie, thinner of dergelijke producten.
Zorg ervoor dat vloeistoffen nooit op of in de elektrische afperspomp kunnen
terechtkomen. Dompel de elektrische afperspomp nooit onder in een vloeistof.
4.2. Inspectie / onderhoud
WAARSCHUWING
Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de netstekker worden
uitgetrokken! Deze werkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalifi ceerd
vakpersoneel worden uitgevoerd.
De opgebouwde druk kan worden afgelaten door het afsluitventiel 'Test' (7) en
drukregelventiel 'Pressure' (8) te openen. Anders kan voor de gebruiker de
restdruk bij de demontage tot een risico op letsel door wegvliegende onderdelen
leiden. Let op de manometer (9).
Bij vetverlies van de pomp moet de complete afperspomp voor controle resp.
reparatie bij een geautoriseerde REMS klantenservice worden ingediend.
Oplossing:
● Het drukregelventiel 'Pressure' (8) naar rechts draaien om de gewenste druk in
te stellen.
● Controleren of het aanzuigfi lter met terugstroomklep (10) compleet in het water
gedompeld is. Slangschroefverbindingen afdichten.
● Het aanzuigfi lter (4) en/of aanzuigfi lter met terugstroomklep (10) reinigen of
vervangen.
● De elektrische afperspomp door een geautoriseerde REMS klantenservice
laten controleren.
Oplossing:
● Het leidingsysteem ontluchten.
Oplossing:
● Het drukregelventiel 'Pressure' (8) is op hoge of max. druk ingesteld; openen
met een draai naar links of de elektrische afperspomp door een geautoriseerde
REMS klantenservice laten controleren.
● Spanningsbron laten controleren.
● Goedgekeurde verlengkabel gebruiken.
● Het afsluitventiel 'Test' (7) openen.
Oplossing:
● De elektrische afperspomp met de aan-uitschakelaar (1) uitschakelen en ca.
30 minuten laten afkoelen.
● De elektrische afperspomp met de aan-uitschakelaar (1) uitschakelen en ca.
30 minuten laten afkoelen of de elektrische afperspomp door een
geautoriseerde REMS klantenservice laten controleren.
nld
25