Functie-Instellingen; Onderhoud - Trotec BP20 Manual De Instrucciones

Priometro
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 52

10. Functie-instellingen

Met de keuzetoets extra functies (modus) kunt u
verschillende functie-instellingen uitvoeren. Met
elke druk op de modus-toets gaat de BP 20 naar
de volgende functie-modus (zie afbeelding). Voor
de instelling van de gewenste functie drukt u zo
vaak op de modus-toets, tot het overeenkomstige
functiesymbool op de displayaanduiding knippert.
Zet nu de gewenste waarde of functiestatus met de
keuzetoets op en de keuzetoets vanaf/op in.
De BP 20 stelt tijdens elke meting eventueel
aanvullend de maximale temperatuurwaarde (MAX)
of de minimale temperatuurwaarde (MIN) vast en
geeft deze op de functie-temperatuuraanduiding
weer. De ingestelde waarde (MAX of MIN) wordt
in de statusaanduiding extra functies getoond. In de fabriek is de
maximale temperatuurwaarde geprogrammeerd.
De BP 20 beschikt over een individuele emissiegraadinstelling als
ook over een akoestische alarmsensor voor vrij te kiezen bovenste
en onderste alarmgrenswaarden.
Navigeer voor de activering of deactivering van de alarmfunctie
en voor de instelling van de gewenste alarmgrenswaarden of van
de emissiegraad door indrukken van de modus-toets naar de
overeenkomstige functiemodus en zet dan de gewenste waarde of
functiestatus met de keuzetoets op en de keuzetoets vanaf in.
Deze gegevens blijven – ook in uitgeschakelde toestand – tot en met
de volgende instellingswijziging in het apparaat opgeslagen.
De BP 20 beschikt over een functie voor de continue meting.
Hierbij stelt het apparaat tot en met de uitschakeling permanent de
temperatuurmeetwaarden vast, zonder dat hiervoor de meettoets
moet worden bediend. Voor de activering van deze functie drukt u
vaak op de modus-toets, tot het overeenkomstige functiesymbool bo
op de displayaanduiding knippert en activeert u de continue meting
met keuzetoets op of keuzetoets vanaf.
Bij geactiveerde continue meting is het niet mogelijk, de weer-
gavestatus van de achtergrondverlichting of laserstraalaanduiding
te veranderen. Kies daarom overeenkomstige instellingen voor acti-
vering van de continue meting.
Tijdens de continue meting kunt u voor de meetwaardevaststelling
op verschillende oppervlakken te allen tijde de emissiegraad met
keuzetoets op bt en keuzetoets vanaf bk voor het overeenkomstige
materiaal instellen, zonder dat de meetprocedure wordt onder-
broken.

11. Onderhoud

Blaas losse vuildeeltjes van de IR-lens. Achtergebleven vuil kunt u
wegborstelen met een fijne lensborstel. Veeg het oppervlak van het
instrument schoon met een licht bevochtigde doek. Voor het bevochtigen
van de doek mag er alleen water worden gebruikt. Gebruik geen
chemicaliën of schoonmaakmiddelen om het instrument te reinigen.
Gebruiksaanwijzing – Pyrometer
E - 6
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido