4 Het toestel aansluiten
De in- en uitgangen mogen enkel aangesloten en
gewijzigd worden, wanneer het mengpaneel en de
audioapparatuur zijn uitgeschakeld.
1) Sluit de microfoons aan op de jacks MIC 1 (4),
MIC 2 (5), MIC 3 (16) en MIC 4 (15).
De jacks MIC 1 en MIC 3 zijn parallel gescha-
keld, d.w.z. de hier aangesloten microfoons kunnen
uitsluitend samen worden in- en uitgeschakeld en
uitgestuurd. Hetzelfde geldt voor de jacks MIC 2 en
MIC 4. Als u slechts twee microfoons wilt aanslui-
ten, gebruik dan de jacks MIC 1 of MIC 3 en MIC 2
of MIC 4.
2) Sluit de platenspeler met magnetische cel aan op
de jacks PHONO 1 en PHONO 2 (14). Klem de
massakabels van de platenspeler (indien aanwe-
zig) vast onder de massaschroef
3) Sluit audioapparatuur met een lijnuitgang (b.v.
tuner, cd-speler, cassettedeck) aan op de jacks
LINE 1– 4 (13 en 14).
4) Sluit de versterker voor de luidsprekerkasten aan
op de jacks AMP (12). Als de jacks REC (11) niet
voor een opnameapparaat worden gebruikt, kunt u
hierop indien nodig een tweede versterker aanslui-
ten.
5) Voor geluidsopnames kunt u een opnameappa-
raat aansluiten op de jacks REC (11).
6) Plug ten slotte de stekker van het netsnoer (10) in
een stopcontact (230 V~/50 Hz).
5 Bediening
Plaats de schuifregelaars (6) van de ingangskanalen
in de nulstand, alvorens het mengpaneel in te schake-
len. Zo vermijdt u inschakelploppen. Schakel nu het
mengpaneel in met de POWER-schakelaar (3) en dan
pas de aangesloten apparaten.
Opgelet!
Stel het volume van de geluidsinstallatie en dat van
de hoofdtelefoon nooit zeer hoog in. Langdurige
blootstelling aan hoge volumes kan het gehoor
beschadigen! Het gehoor raakt aangepast aan hoge
volumes die na een tijdje niet meer zo hoog lijken.
Verhoog daarom het volume niet nog meer, nadat u
er gewoon aan bent geraakt.
Schakel het mengpaneel na gebruik weer uit met de
POWER-schakelaar.
5.1 Signalen samenvoegen of in- en uitmengen
1) Met de tuimelschakelaars PHONO/LINE (1) stelt u
in, welke apparaten op de ingangen van de kanalen
3 en 4 (14) zijn aangesloten:
Stand PHONO voor platenspelers met magneti-
sche cel
Deze gebruiksaanwijzing is auteursrechterlijk beschermd voor MONACOR
Reproductie voor eigen commerciële doeleinden – ook bij wijze van uitzondering – is niet toegestaan.
Stand LINE voor apparatuur met lijnuitgang (b.v.
tuner, cd-speler of cassettedeck)
2) Stel het geluidsvolume van de aangesloten verster-
ker voor de luidsprekers zo in, dat de volgende
instellingen goed hoorbaar zijn.
3) Met de schuifregelaars (6) voegt u de ingangssig-
nalen samen of u mengt ze in of uit. Stuur hierbij de
kanalen uit aan de hand van de niveau-LED's (2).
In principe wordt een optimale uitsturing bereikt,
wanneer de niveauweergave bij gemiddeld luide
passages waarden in het bereik van 0 dB aanduidt.
Indien het uitgangsniveau voor het nageschakelde
apparaat echter te hoog of te laag is, dan moeten
de regelaars overeenkomstig verder open of dicht
worden geschoven.
steeds in de nulstand.
(17).
5.2 Kanalen beluisteren (monitorfunctie)
Via de monitorfunctie kunt u elk ingangskanaal via een
hoofdtelefoon beluisteren. Het niveau van het belui-
sterde signaal is onafhankelijk van de stand van de
betreffende kanaalregelaar (6). Zo kunt u het signaal
horen, zelfs al is de regelaar helemaal dichtgescho-
ven. En u kunt het tijdstip bepalen waarop u de betref-
fende geluidsbron wenst in te mengen.
1) Sluit een hoofdtelefoon (impedantie min. 8 Ω) aan
op de jack
2) Selecteer het te beluisteren kanaal met de draai-
schakelaar MONITOR (9).
3) Stel het volume voor de hoofdtelefoon in met de
regelaar LEVEL.
6 Technische gegevens
Ingangen
(Ingangsgevoeligheid)
4 x Mic, mono: . . . . . . . 1,5 V
2 x Phono, Stereo: . . . . 3 mV
4 x Line, Stereo: . . . . . 150 mV
Uitgangen
(Uitgangsniveau/-impedantie)
1 x Amp, stereo: . . . . . . 0,775 V/600 Ω
1 x Rec, stereo: . . . . . . 0,775 V/600 Ω
1 x hoofdtelefoon: . . . . aansluitimpedantie ≥ 8 Ω
Frequentiebereik: . . . . . . . 20 – 20 000 Hz
THD: . . . . . . . . . . . . . . . . 0,1 %
Signaal/Ruis-verhouding: 55 dB
Voedingsspanning: . . . . . 230 V~/50 Hz/5 VA
Omgevingstemperatuur: . 0 – 40 °C
Afmetingen: . . . . . . . . . . . 270 x 180 x 45 mm
Gewicht: . . . . . . . . . . . . . . 1,2 kg
Wijzigingen voorbehouden.
Zet de regelaar van de niet gebruikte kanalen
(7).
®
INTERNATIONAL GmbH & Co. KG.
NL
B
13