2.6
Draag volledige oog- en lichaamsbescherming, met inbegrip van een veiligheidsbril en
beschermende kleding. Zorg dat u uw ogen niet aanraakt terwijl u in de buurt van de
accu werkt.
2.7
Als accuzuur in contact komt met uw huid of kleding, de plaats onmiddellijk met water
en zeep wassen. Als zuur in uw oog komt, het oog onmiddellijk ten minste 10 minuten
spoelen met koud stromend water en onmiddellijk medische hulp inroepen.
2.8
Als accuzuur per ongeluk wordt ingeslikt, melk, eiwit of water drinken. GEEN braken
opwekken. Onmiddellijk medische hulp inroepen.
3.
VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK VAN DE BOOSTER
RISICO VAN CONTACT MET ACCUZUUR. ACCUZUUR IS EEN UITERST
CORROSIEF ZWAVELZUUR.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
of mond niet aanraken.
3.2
Raadpleeg de gebruikershandleiding van het voertuig om de spanning van de accu te
bepalen en controleer of de uitgangsspanning van de booster correct is.
3.3
Zorg dat de klemmen van de boosterkabel goed vastzitten.
4.
VOLG DEZE STAPPEN WANNEER U DE BOOSTER OP EEN ACCU AANSLUIT
EEN VONK BIJ DE ACCU KAN EEN ONTPLOFFING VAN DE ACCU
WAARSCHUWING
VEROORZAKEN. DOE HET VOLGENDE OM HET RISICO OP EEN VONK BIJ
DE ACCU TE VERMINDEREN:
4.1
aangegeven. Zorg dat de uitgangsklemmen elkaar nooit raken.
4.2
Plaats de DC-kabels zodanig dat het risico op beschadiging door de motorkap, het
portier en bewegende of hete motoronderdelen wordt verminderd. OPMERKING: Als het
nodig is om de motorkap tijdens het starten met startkabels te sluiten, zorg dan dat de
motorkap het metalen deel van de accuklemmen niet raakt en de isolatie van de kabels
niet doorsnijdt.
4.3
Blijf uit de buurt van ventilatorbladen, riemen, riemschijven en andere onderdelen die
letsel kunnen veroorzaken.
4.4
Bepaal welke accupool geaard (verbonden) is aan het chassis. Als de minpool geaard
is aan het chassis (zoals in de meeste voertuigen), zie dan stap 4.5. Als de pluspool
geaard is aan het chassis, zie dan stap 4.6.
4.5
Bij een negatief geaard voertuig de PLUSKLEM (ROOD) van de booster verbinden met
de niet-geaarde PLUSPOOL (POS, P, +) van de accu. De MINKLEM (ZWART) met
het voertuigchassis of het motorblok verbinden, uit de buurt van de accu. De klem niet
verbinden met de carburateur, brandstofleidingen of bladmetalen onderdelen van de
carrosserie. Sluit hem aan op een zwaar metalen deel van het chassis of het motorblok.
4.6
Bij een positief geaard voertuig de MINKLEM (ZWART) van de booster verbinden met
de niet-geaarde MINPOOL (NEG, N, -) van de accu. De PLUSKLEM (ROOD) verbinden
met het voertuigchassis of motorblok, uit de buurt van de accu. De klem niet verbinden
met de carburateur, brandstofleidingen of bladmetalen onderdelen van de carrosserie.
Sluit hem aan op een zwaar metalen deel van het chassis of het motorblok.
4.7
Bij het loskoppelen van de booster de klem van het voertuigchassis afnemen, en dan de
klem van de accupool afnemen, in die volgorde.
WAARSCHUWING
Bevestig de uitgangskabels aan de accu en het chassis zoals hieronder
3.1
Maak de accupolen schoon voordat u de
booster gebruikt. Zorg tijdens het schoonmaken dat
zwevende corrosiedeeltjes niet in contact komen met
uw ogen, neus en mond. Neutraliseer het accuzuur
met natriumcarbonaat en water om zwevende
corrosiedeeltjes te helpen elimineren. Uw ogen, neus
47
•
•