AANPASSEN VAN DE BOORHOUDER
Waarschuwing: Zet bij het vervangen van
toebehoren de trekker vast en sluit het
gereedschap af van de stroomtoevoer. Controleer voor
ingebruikname altijd of de bit goed vast zit.
Beschadigde boorhouders of bits kunnen
verwondingen veroorzaken.
-- Het uitnemen van bits
-- Het aanbrengen van bits
-- Montage van de riemhaak en het
bitmagazijn
BEDIENING
Voor/achterwaartse rotatie instellen
Waarschuwing: Verander
nooit de draairichting terwijl
de boormachine draait, wacht tot
deze is gestopt!
2-TRAPS TANDWIELOVERBRENGING
INSTELLING VAN HET KOPPEL
EN HET BOREN, SCHROEVEN OF
KLOPBOREN
De aan/uitknop bedienen
Waarschuwing: Niet langdurig
gebruiken met een lage
snelheid vanwege de warmte die
daardoor wordt gegenereerd.
20V Accu-Klopboormachine
LED controlelampje (ZIE FIG. G)
Vóór het gebruik wordt het LED lampje geactiveerd
wanneer de Aan-/uit-schakelaar licht wordt ingedrukt.
20 seconden nadat de Aan-/uit-schakelaar is
losgelaten, dooft dit lampje automatisch.
Waarschuwing: Om de lamp in te schakelen,
drukt u op de aan/uit-schakelaar en controleert
u of de rotatiebesturing vooruit/achteruit in de positie
ZIE FIG. B1
rechts/links staat.
Het gereedschap en de accu zijn voorzien van een
ZIE FIG. B2
beschermingssysteem. Als de LED diode 60 seconden
snel knippert en vervolgens uitgaat, sluit dit systeem
ZIE FIG. C1,
de stroomtoevoer vanuit accu naar het gereedschap
C2, C3, C4
automatisch af, om zo de levensduur van de accu te
verlengen. Het gereedschap komt tijdens het gebruik
automatisch tot stilstand als het wordt blootgesteld
aan een van de volgende omstandigheden:
• Overbelasting: Het gereedschap wordt gebruikt
op een manier die afname van een abnormaal grote
ZIE FIG.
hoeveelheid stroom veroorzaakt. Laat in dit geval de
D1,D2,D3
trekker los en stop het gebruik van het gereedschap,
dat de overbelasting veroorzaakte. Druk de trekker
vervolgens in om het gereedschap weer op te starten.
• Oververhitting: In dit geval, d.w.z. als het
gereedschap niet meer opstart, zijn het gereedschap
ZIE FIG. E
en de accu oververhit. Laat het gereedschap en de
accu afkoelen voordat u de trekker opnieuw indrukt.
• Lage accuspanning: De restcapaciteit van de accu
ZIE FIG. F1,
is te laag en het gereedschap zal met deze accu niet
F2, F3
meer functioneren. Neem de accu in dit geval uit het
gereedschap en laad hem opnieuw op.
ZIE FIG. G
6.PROBLEEMOPLOSSINGEN
1. WAAROM SCHAKELT DE BOORMACHINE NIET IN
ALS IK OP DE SCHAKELAAR DUW?
De knop voor het kiezen van de draairichting,
bovenop de schakelaar, is vergrendeld. Ontgrendel
de instelknop voor de draairichting door deze in de
gewenste stand te zetten. Trek aan de trekker en de
boor zal beginnen draaien. (Zie Fig. B).
2. WAAROM STOPT DE BOORMACHINE VOORDAT
DE SCHROEF HELEMAAL VASTZIT?
Controleer de koppelstand van de koppelstelring. De
koppelstelring bevindt zich tussen de boorhouder
en de behuizing van de boor. Stand 1 is het laagste
koppel (voor schroeven draaien) en stand 22 is het
hoogste koppel (voor schroeven draaien). Stand
is om te boren. Stand
koppelstelring in op een hogere stand om het beste
resultaat te verkrijgen. (Zie Fig. E)
3. WAAROM KAN IK HET ACCUPACK NIET IN DE
OPLADER DUWEN?
De accu kan maar op één manier in de lader
geschoven worden. Draai de accu om totdat deze in
is om te klopboren. Stel de
NL
57