NL: Installatieblad
Afbeeldingen
Afbeelding 1: Apparaatoverzicht
(1) Bevestigingsgaten (x4)
(2) Lusaansluitblok
(3) Testknop (T)
(4) Uitgangsstatusled
Beschrijving
Dit installatieblad bevat informatie over de KE-IO3101
Intelligent Adresseerbare Single Output Module (apparaattype
1Oni).
De module is voorzien van een lusvoeding en biedt één
onbewaakte uitgang met normaal geopend (NO), normaal
gesloten (NC) en gemeenschappelijke (C) contacten. De
module bevat een geïntegreerde kortsluitisolator en is geschikt
voor installatie binnenshuis.
Alle modules uit de serie 3000 ondersteunen het Kidde
Excellence-protocol en zijn compatibel voor gebruik met
brandmeldcentrales van de serie 2X-A met firmwareversie 5.0
of later.
Installatie
WAARSCHUWING:
Gevaar van elektrocutie. Om persoonlijk
letsel of dood door elektrocutie te vermijden, dient u alle
stroomtoevoer af te sluiten en opgeslagen energie te ontladen
voordat u apparatuur installeert of verwijdert.
Let op:
Raadpleeg voor algemene richtlijnen met betrekking
tot systeemplanning, ontwerp, installatie, ingebruikname,
gebruik en onderhoud de EN 54-14-norm en de lokale
regelgeving.
De module installeren
Gebruik altijd de toepassing NeXT System Builder om het
maximale aantal modules te berekenen dat kan worden
geïnstalleerd.
De module moet worden geïnstalleerd in een compatibele
beschermende behuizing (niet meegeleverd) − wij raden de N-
IO-MBX-1 DIN-railmodulebox aan. Vergeet niet de
beschermende behuizing te aarden.
Opmerking:
Er mag een alternatieve beschermende behuizing
worden gebruikt, op voorwaarde dat deze voldoet aan de
specificaties aangegeven in "Beschermende behuizing" op
pagina 18.
Monteer de beschermende behuizing aan de muur met behulp
van een montagesysteem dat geschikt is voor de
desbetreffende muur.
16 / 27
(5) Uitgangsklemmenblok
(6) DIP-switch
(7) Apparaatstatusled
De module bedraden
Sluit de lusdraden aan op de module zoals hieronder
weergegeven. Zie Tabel 2 voor aanbevolen kabelspecificaties.
Tabel 1: Lusverbinding
Aansluitklem
Beschrijving
B−
Negatieve lijn (–)
A−
Negatieve lijn (–)
B+
Positieve lijn (+)
A+
Positieve lijn (+)
Tabel 2: Aanbevolen kabelspecificaties
Kabel
Specificatie
Lus
0,13 tot 3,31 mm² (26 tot 12 AWG) afgeschermd of
niet-afgeschermd twisted-pair (52 Ω en 500 nF
max.)
Uitgang
0,13 tot 3,31 mm² (26 tot 12 AWG) afgeschermd of
niet-afgeschermd twisted-pair.
Adressering van de module
Stel het apparaatadres in met behulp van de DIP-switch. Het
adresbereik is 001-128.
Het apparaatadres is de som van de schakelaars in de AAN-
positie, zoals hieronder weergegeven.
Melderadres 008
Statusmeldingen
De status van het apparaat wordt aangegeven door de
Apparaatstatusled (afbeelding 1, item 7), zoals weergegeven in
onderstaande tabel.
Tabel 3: Apparaatstatusled-indicaties
Status
Isolator is actief
Apparaatstoring
Testmodus
Apparaat gelokaliseerd [1]
Bezig met communiceren [2]
[1] Geeft een actieve opdracht Apparaat lokaliseren van de centrale
aan.
[2] Deze indicatie kan worden uitgeschakeld via de centrale of de
toepassing Configuration Utility.
P/N 12-0201-501-4001-01 • ISS 21NOV23
Melderadres 112
Indicatie
Continu gele led
Knipperende gele led
Snel knipperende rode led
Continu groene led
Knipperende groene led