Wekelijks:
Controleer of de slangaansluitingen goed vastzitten
en de filters niet worden geblokkeerd.
Maandeli-
Controleer of de elektrische aansluitingen en kabels
jks:
in goede staat zijn.
Lopend:
Controleer de isolatie van het leidingsysteem
om de efficiëntie te behouden en condensatie te
verminderen.
EINDE VAN DE
LEVENSDUUR /
DEMONTAGE
Voorafgaand aan een buitenbedrijfstelling, zorg ervoor dat de
apparatuur zowel elektrisch als hydraulisch spanningsloos is.
1. Laat het apparaat na het uitschakelen minstens 15 minuten
afkoelen.
2. Koppel de leidingen los en verwijder de kabelgeleiding van
de voeding.
3. Verwijder alle montageschroeven/-clips waarmee de montage-
plaat aan het montagepunt bevestigd is en til de apparatuur
voorzichtig uit het montagepunt.
PROBLEEMOPLOSSING
Voorafgaand aan probleemoplossende activiteiten moet de apparatuur zowel elektrisch als
hydraulisch spanningsloos worden gemaakt.
Symptoom
Apparatuur start niet.
Apparatuur schakelt uit bij
opstarten.
Apparatuur draait, maar produ-
ceert geen stroom.
Mogelijke oorzaken
Voeding niet beschikbaar.
Voeding niet correct beoordeeld.
Beveiliging van de voeding (zekering/RCD)
gesprongen.
As/rotor vastgelopen.
Beveiliging van de voeding (zekering/RCD)
gesprongen.
Geblokkeerde inlaat/uitlaat.
Geblokkeerde/losgekoppelde python.
Vloeistofpeil te laag/pompkolom niet voldo-
ende ondergedompeld.
Uitlaatpijp losgekoppeld.
4. Droog de apparatuur en zorg ervoor dat deze schoon en vrij
van vloeistof is voorafgaand aan opslag/retour/verwijdering.
Opslag:
Raadpleeg het hoofdstuk Technische gegevens voor
vereisten.
Pak de apparatuur zorgvuldig en stevig in en zorg
Retour:
ervoor dat deze tijdens het transport niet kan ver-
schuiven. Markeer de verpakking als ongeschikt voor
het dragen van lading, tenzij deze hier speciaal voor
is ontworpen - de apparatuur mag op geen enkel
moment worden belast.
Apparatuur moet op verantwoorde wijze worden
Verwijder-
verwijderd. EU-klanten raadplegen het hoofdstuk
ing:
Certificering en goedkeuring voor meer informatie
over verwijdering. Klanten buiten de EU moeten
contact opnemen met hun lokale autoriteit voor
vereisten inzake verwijdering.
RESERVEONDERDELEN EN VERVANGINGEN
Voor deze apparatuur zijn geen reserveonderdelen beschikbaar.
Neem voor hulp contact op met uw lokale verdeler of klantend-
iensten.
Controleer of er een netvoeding beschikbaar is
en of deze correct is aangesloten.
Controleer of er een netvoeding en zekering bes-
chikbaar zijn, met de juiste nominale waarde in
overeenstemming met het hoofdstuk Technische
gegevens.
Controleer of het roerblad, de as en de waaier vrij
zijn van vuil/vuil en vrij kunnen draaien.
Controleer of er een netvoeding beschikbaar
is met een geschikte nominale waarde in
overeenstemming met het hoofdstuk Technische
gegevens.
Bij de nominale waarden van beveiligingen moet
rekening worden gehouden met de stroomaf-
name van alle aangesloten apparatuur.
Start-up current draw can cause spurious leakage
current tripping.
Verwijder vuil/ijs van de pompinlaat, waaier en
uitlaat.
Controleer of de retourleiding is aangesloten.
Controleer op beschadigingen in de leidingen
die de doorstroming kunnen beperken (knikken).
Spoel de python door om ervoor te zorgen dat de
vloeistof vrij kan stromen.
Controleer of het vloeistofniveau in de koeler
voldoende is om de apparatuur aan te drijven en
de doorstroming te behouden.
Sluit de uitlaatpijp weer aan en zet hem vast met
een slangklem om losraken te voorkomen.
21
Corrigerende maatregelen
