Voorwaarden voor opslag:
droog en schoon
bij omgevingstemparatuur (15 – 25°C),
beschermd tegen licht (UV-straling, lasapparaten..)
niet in de buurt van chemicaliën (vloeistoffen, dampen, gassen...) en andere agressieve voorwaarden,
beschermd tegen voorwerpen met scherpe randen
Een lichtdichte touwzak biedt goede bescherming.
Ter reiniging het touw met lauwwarm water afspoelen en met een vochtige doek afwissen. Het vochtige touw
dient voor de opslag gedroogd te worden. Het touw dient op natuurlijke wijze te drogen, niet in de buurt van
vuur of andere hittebronnen.
Om te desinfecteren mogen uitsluitend stoffen gebruikt worden die geen invloed op het gebruikte synthe-
tische materiaal hebben.
Bij niet-opvolging van deze voorwaarden brengt U zichzelf in gevaar!
REGELMATIGE CONTROLE
De regelmatige controle van de uitrusting is absoluut noodzakelijk: Uw veiligheid hangt van de effectiviteit
en duurzaamheid van de uitrusting af!
Na elk gebruik dient het touw op mogelijke beschadigingen gecontroleerd te worden. Bekijk het touw van
alle kanten. Tast ook een schijnbaar onbeschadigd touw af om verborgen beschadigingen van de kern te vin-
den die bijvoorbeeld door veelvuldig buigen of een lokale overbelasting veroorzaakt kunnen worden.
Bij zichtbare beschadigingen van de mantel mag het touw in geen geval meer gebruikt worden. In het geval
dat in het touw verdikkingen, kleurveranderingen of andere buitengewone veranderingen optreden, bevelen wij
aan het touw buiten gebruik te stellen. Controleer het oog van de eindverbinding bijzonder precies. De naaisels,
die voorkomen dat het oog geleidelijk opengaat, moeten aanwezig zijn. Het oog mag niet langer zijn dan 25 mm
(gemeten in het oog). Na elk gebruik dient de uitrusting op slijtage en sneden gecontroleerd te worden.
Beschadigde of door een val belaste systemen dienen onmiddellijk buiten gebruik gesteld te worden.
Bij de minste of geringste onzekerheid dient het product buiten gebruik gesteld te worden resp. door een
vakkundige persoon gecontroleerd te worden. Vervolgens dient de uitrusting bij gebruik ter beveiliging van
de arbeider conform EN 365 minstens alle 12 maanden door een vakkundige persoon en onder de precieze
navolging van de handleiding of door de fabrikant zelf te worden gecontroleerd en eventueel vervangen. Van
deze controle moeten protocollen (documentatie van de uitrusting, zie onderstaande tabel) gevoerd worden.
Deze controle moet behelzen:
Controle van de algemene toestand: leeftijd, compleetheid, vervuiling, correcte samenstelling.
Controle van het etiket: voorhanden? leesbaar? CE-aanduiding voorhanden? Bouwjaar zichtbaar?
Controle van elk onderdeel met op mechanische beschadiging zoals: sneden, scheuren, kerven,
afschavingen, deformatie, ribbenvoming, kronkels, kneuzingen.
Controle van alle onderdelen op thermische of chemische beschadigingen zoals : versmeltingen, verhardingen
Controle van metalen onderdelen met betrekking tot corrosie en vervorming.
Controle van de volledigheid van eindverbindungen, naden, knopen.
Controleer het oog van de eindverbinding bijzonder precies.
spLIFE: In het oog is een deel van de kern van het touw verwijderd en er staat minder materiaal ter beschik-
king om de last te dragen.
De naaisels, die voorkomen dat het oog geleidelijk opengaat, moeten aanwezig zijn. Het oog mag niet langer
zijn dan 25 mm (gemeten in het oog).
Wanneer de mantel beschadigd is dient het product buiten gebruik gesteld te worden:
– afstaande vezels / garens zijn een teken voor afschavingen.
– sneden betekenen een beschadiging van het touw.
TRANSPORT, OPSLAG & REINIGING /
REGELMATIGE CONTROLE
25