HydroControl V
Ingebruikname
7.
Ingebruikname
7.1
Vullen, ventileren en dichtheid controleren
1
Vul de verwarmingsinstallatie.
2
Ontlucht de verwarmingsinstallatie.
3
Voer een dichtheidstest conform DIN EN 1264 uit.
7.2
Voorinstelling
Vermijd ventielinstellingen die onder het aanbevolen instelbereik liggen.
LET OP
Beschadiging van de armatuur door een te groot drukverschil
Een te groot drukverschil via de ventieleenheid kan tot geluiden en schade aan
de armatuur leiden
!
Gebruik de strengregelklep binnen het aanbevolen instelbereik.
1
Bepaal de instelwaarde volgens het debietdiagram in het gegevensblad.
2
Draai aan het handwiel tot de gewenste waarde op de schaal van de basis- en
fijninstelling (zie Afb. 1 op pagina 133 (3) en (4)) te zien is.
7.3
Voorinstelling reproduceren
Als het ventiel zich in een gewenste voorinstelling bevindt, kunt u deze door
middel van de instelschroef in het handwiel borgen (hiervoor wordt is inbussleutel
SW 3 nodig ).
Als het ventiel wordt afgesloten, kunt u het daarna bij opendraaien tot aan de
geborgde positie openen.
7.4
Voorinstelling borgen
Om te voorkomen, dat onbevoegde de begrenzing van de instelwaarde wijzigen,
kunt u een verzegeling aanbrengen.
Leid de verzegelingsdraad (accessoires art.nr. 1089091) bij ingedrukte afdekkap
door het gat van de begrenzingsclips.
8.
Demontage en verwijderen
Wanneer het product het einde van zijn levensduur bereikt of een onherstelbaar
1 4 0
1000086521_10242264 000 00