De ventilatorsnelheid
wijzigen
Er zijn verschillende ventilatorsnelheden
beschikbaar. U kunt de automatische
modus, Allergeenmodus, snelheid 1, 2, 3
of turbomodus (t) kiezen.
Automatisch (A)
•
Tik herhaaldelijk op de knop voor
de ventilatorsnelheid
automatische modus te selecteren
(afb. k).
Allergeenmodus
De speciaal ontworpen allergeenmodus
kan veelvoorkomende allergenen
doeltreffend beperken, zoals pollen en
huidschilfers van huisdieren.
•
Druk op de knop voor de
ventilatorsnelheid
allergeenmodus te selecteren
(afb. l).
» Auto (A) en
scherm weergegeven.
Handmatig
•
Druk herhaaldelijk op de knop
voor de ventilatorsnelheid
de gewenste ventilatorsnelheid te
selecteren (afb. m).
Turbo (t)
In de turbomodus werkt de
luchtzuiveraar op de hoogste snelheid.
•
Druk op de ventilatorsnelheidsknop
om de turbomodus (t) te kiezen
(afb. n).
128 NL
om de
om de
worden op het
om
Lichtsensor
Met de lichtsensor kan de
luchtzuiveraar werken volgens het
omgevingslicht.
Als het omgevingslicht 10 seconden
wordt gedimd, gaan alle lampjes op
het bedieningspaneel langzaam uit.
Tijdens deze periode kunt u elke knop
aanraken om de lampjes weer aan te
zetten. Als u geen andere handelingen
uitvoert binnen 10 seconden, gaan alle
lampjes uit.
Als het omgevingslicht ten minste
10 seconden oplicht, gaan alle lampjes
weer aan.
Nachtsensormodus
U kunt de nachtsensormodus op twee
manieren activeren.
De nachtsensormodus
handmatig activeren
•
Druk voordat u gaat slapen op
om de nachtsensormodus
handmatig te activeren (afb. o).
» Als de luchtkwaliteitsindicator
blauw is, schakelt de
luchtzuiveraar direct over op
de nachtsensormodus. De
luchtzuiveraar werkt heel stil
en de luchtkwaliteitsindicator
wordt gedimd.
» Als de luchtkwaliteitsindicator
niet blauw is, staat de
luchtzuiveraar maximaal 10
minuten in turbomodus. De
luchtkwaliteitsindicator knippert
langzaam en schakelt daarna
over op de nachtsensormodus.