Met betrekking tot deze
handleiding
Symbolen
Alle symbolen die op het apparaat zijn
aangebracht worden in deze
handleiding toegelicht.
Codering van tekstblokken
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor kans op ongevallen
en letsel voor personen alsmede voor
zwaarwegende materiële schade.
LET OP
Waarschuwing voor beschadiging van
het apparaat of afzonderlijke
componenten.
Technische doorontwikkeling
STIHL werkt continu aan de verdere
ontwikkeling van alle machines en
apparaten; wijzigingen in de
leveringsomvang qua vorm, techniek en
uitrusting behouden wij ons daarom ook
voor.
Aan gegevens en afbeeldingen in deze
handleiding kunnen dan ook geen
aanspraken worden ontleend.
FG 2
Veiligheidsaanwijzingen en
werktechniek
Er zijn specifieke veilig -
heidsmaatregelen nodig
bij werkzaamheden met
het vijlapparaat om letsel
te voorkomen.
De gehele handleiding
zorgvuldig doorlezen en
voor later gebruik goed
bewaren.
Robuuste werkhand -
schoenen van slijtvast
materiaal dragen (bijv.
leer).
De hierna genoemde hoeken en maten
moeten beslist worden aangehouden.
Een verkeerd geslepen zaagketting –
vooral een te lage dieptebegrenzer –
kan leiden tot een verhoogde neiging tot
terugslag van de motorzaag – kans op
letsel!
Het aanhouden van de
veiligheidsmaatregelen en de
aanwijzingen in deze handleiding en in
de handleiding van de motorzaag
waarop het vijlapparaat moet worden
gemonteerd, kan letsel en materiële
schade aan het apparaat voorkomen.
Gebruiksdoel
Met behulp van een STIHL vijlapparaat
kunnen alle STIHL Oilomatic-
zaagkettingen worden aangescherpt,
met uitzondering van de zaagkettingen
met een L-vormig snijvlak en
zaagkettingen met hardmetalen
snijplaatjes.
Correct slijpen
Regelmatig aanscherpen, weinig
–
materiaal wegnemen – voor het
gebruikelijke aanscherpen zijn
meestal twee tot drie vijlstreken
voldoende
Alleen van binnen naar buiten vijlen
–
De vijl grijpt alleen aan bij de
–
voorwaartse streek
Bij het achteruit geleiden de vijl
–
optillen
Verbindings- en aandrijfschakels
–
niet afvijlen
Nederlands
73