. Microfoon aansluiten
U kunt een microfoon op het audiosysteem aansluiten.
Microfoons kunnen in elke modus worden gebruikt.
Ga als volgt te werk om een microfoon aan te sluiten:
Schakel het audiosysteem uit.
Sluit de microfoon op de microfoonaansluiting MIC
Schakel het audiosysteem in.
Stel met de knop + of het gewenste microfoonvolume in.
.. Echo
Sluit een microfoon aan zoals in het vorige hoofdstuk beschreven.
Draai de schuifregelaar ECHO +
kelen.
.. Spraakvervorming
U kunt voor grappige effecten uit verschillende spraakvervormingen kiezen.
Sluit een microfoon aan zoals in het vorige hoofdstuk beschreven.
Druk meerdere keren op de toets SMART DJ
fecten H - H in te stellen.
Druk herhaaldelijk op de knop SMART DJ totdat OFF op het scherm verschijnt
om spraakvervorming te deactiveren.
.. Stemonderdrukking
Druk op de knop VOICE CANCEL
Als stemonderdrukking is geactiveerd, wordt de menselijke stem uit het afgespeel-
de nummer gefilterd en ontstaat een karaokeversie van het nummer.
Druk nogmaals op de knop VOICE CANCEL. Op het display verschijnt OFF en
stemonderdrukking is uitgeschakeld.
. Gitaar aansluiten
U kunt een gitaar op het audiosysteem aansluiten.
Ga als volgt te werk om de gitaar aan te sluiten:
Sluit de gitaar aan op de gitaaraansluiting GUITAR
Schakel het audiosysteem in.
Stel met de knop + of het gewenste gitaarvolume in.
76
32
om het effect te versterken of uit te scha-
4
om de spraakvervormingsef-
11
. Op het display verschijnt ON.
9
33
aan.
.