Nederlands
Hoofdtelefoonuitgang =
Op de hoofdtelefoonuitgang kunt u een hoofdtelefoon aansluiten. Op deze
uitgang past een standaard 3,5 mm (1/8") mini-stereohoofdtelefoonplug.
Als u een hoofdtelefoon aansluit, wordt het signaal naar de luidsprekers
hierdoor niet automatisch verbroken. U kunt de luidsprekers uitschakelen
met de keuzeschakelaar voor de luidsprekers. Wat u te horen krijgt door de
hoofdtelefoon wordt bepaald door de ingangskeuzeschakelaar en/ of de
tape-afluisterschakelaar. Wenst u naar de bron te luisteren die aangesloten
is op de tape-ingang dan zet u de tape-afluisterschakelaar op "TAPE". In
alle andere gevallen laat u deze schakelaar op "SOURCE" staan en kiest
u de bron met de ingangskeuzeschakelaar.
OPMERKING: Omdat de gevoeligheid van luidsprekers en
hoofdtelefoons nogal wat kan verschillen, adviseren wij u bij het in/
uitschakelen van een hoofdtelefoon het volume terug te draaien.
De extra weergave-ingang (Media Player) 3
De A10 is op de voorkant voorzien van een extra stereo lijningang uitgevoerd
in een mini-jackplugaansluiting. U kunt deze ingang gebruiken om bv. een
draagbaar weergavemedium op aan te sluiten, zoals een i-Pod. Deze ingang
wordt geactiveerd door de ingangskeuzeschakelaar
Wordt de betreffende speler aangesloten via zijn hoofdtelefoonuitgang,
dan moet de geluidssterkteregeling wel eerst correct worden ingesteld.
Klinkt het geluid sterk vervormd, draai dan de volumeregelaar wat terug
tot de vervorming verdwijnt. Is de geluidssterkte veel te zacht ondanks dat
de volumeregelaar van de versterker redelijk is opgedraaid, draai dan het
volume van de speler wat op.
OPMERKING: Wanneer een mini-jackplug in de ingang "Media
Player" wordt gestoken, wordt de ingang AUX 2 op de achterkant
ontkoppeld. Bij het weer verwijderen van de plug wordt de AUX 2
ingang weer actief.
Geluidsregelingen
VOLUME-regeling 8
Deze regelaar regelt het volume van beide kanalen tegelijk: rechtsom
vermeerdert en linksom vermindert het volume.
Balans regeling 9
Met de "BALANCE" regelaar kunt u de relatieve luidheid van de kanalen
instellen. Rechtsom draaien doet het stereobeeld naar rechts verhuizen
en linksom naar links. Is alles bij u ok en staat dus het stereobeeld goed
gepositioneerd tussen de luidsprekers, dan staat deze regelaar in het midden.
De toonregeling aan/uit schakelaar 7
Om een zo puur mogelijke weergave mogelijk te maken hebben we de
toonregeling uitschakelbaar gemaakt. Wanneer deze schakelaar op "OFF"
staat is dat het geval. Laat de schakelaar zo staan als u geen toonregeling
gebruikt. Zet deze schakelaar op "ON" wanneer u de toonbalans wenst
te beïnvloeden d.m.v. één van de toonregelaars.
Lage- en hogetonenregelingen 56
Wanneer de aan/uit schakelaar van de toonregeling op "ON" staat kunt
u d.m.v. de lage-en hogetonenregelaars de toonbalans beïnvloeden. Naar
rechts draaien vanuit de middenstand vermeerdert het lage- of hogetonen
aandeel, naar links draaien vermindert het lage of hoge tonen aandeel.
Een goed samengestelde hifi installatie klinkt meestal het best zonder
ingrijpen middels de toonregeling. Gebruik deze dan ook met mate. Wees
vooral voorzichtig met het rechtsom draaien u kunt daarmee uw versterker
en luidsprekers danig van streek maken!
Functieregeling -
Met de ingangskeuzeschakelaar kiest u de bron waarnaar u wenst te
luisteren. De bron middels deze schakelaar gekozen is de bron die u hoort,
echter alleen als de "TAPE" schakelaar
volgende onderwerp). Het signaal van de bron die u met deze schakelaar
kiest staat ook de uitgangen "PRE OUT"
de ingangskeuzeschakelaar op de bron naar welke u wenst te luisteren.
De na-band schakelaar 0
Wanneer deze schakelaar zich in de positie "SOURCE" bevindt, bepaalt
de stand van de ingangskeuzeschakelaar naar welke bron u luistert en welk
signaal er op de "pre out" uitgangen aangeboden wordt. Wenst u naar het
-
op "AUX 2" te zetten.
apparaat te luisteren dat aangesloten is op de tape aansluiting, dan moet
de na-band schakelaar zich in de positie "TAPE" bevinden, dit signaal zal
dan tevens op de "PRE OUT" uitgangen staan.
Het signaal dat naar de "TAPE" uitgangen gaat wordt altijd bepaald door
de stand van de ingangskeuzeschakelaar. Heeft u een opnameapparaat,
met na-band weergavemogelijkheid, dan kunt u tijdens het opnemen naar
dat signaal luisteren door de schakelaar
Beveiligingsindicator
Om de versterker in het geval van extreme of foutieve bedrijfsomstandigheden
tegen schade te beschermen, is de versterker voorzien van circuits voor
thermische beveiliging en overstroombeveiliging. De beveiligingscircuits staan
los van het audiosignaal en hebben geen invloed op de geluidsprestaties.
Deze circuits bewaken de temperatuur van de uitgangsapparaten en schakelen
de versterker uit als de temperaturen de veiligheidsgrenzen overschrijden.
Waarschijnlijk zult u de werking van deze beveiligingscircuits nooit ervaren.
Mocht er echter een storing optreden, dan stopt de versterker en gaat de
LED-indicator op het voorpaneel rood worden.
Zet de versterker uit wanneer dit gebeurt en laat hem een aantal minuten
afkoelen. Probeer vervolgens vast te stellen waardoor het beveiligingscircuit
in werking is getreden en verhelp het probleem. Als u de versterker opnieuw
inschakelt, wordt het beveiligingscircuit automatisch gereset en zou de
LEDindicator moeten blauw worden.
In de meeste gevallen treedt het beveiligingscircuit in werking door
een storing, zoals kortsluiting in de luidsprekerkabels of onvoldoende
ventilatie waardoor het apparaat oververhit raakt. Heel zelden wordt het
beveiligingscircuit ingeschakeld doordat de luidsprekerimpedantie zeer
laag is of de luidsprekerbelasting als gevolg van een hoog reactiegedrag
te hoog is.
Vraag uw officiële Rotel-verkoper om hulp als een beveiliging steeds weer
wordt ingeschakeld en u de storing niet kunt vinden en/of verhelpen.
op "SOURCE" staat (zie ook het
0
en "TAPE OUT"
. Zet dus
y
t
op "TAPE" te zetten.
0
35