Lincoln Electric LINC FEED 45 Manual De Instrucciones página 98

Ocultar thumbs Ver también para LINC FEED 45:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 47
Voorbeeld 2:
2 Takt modus: Verbeterde Start en Stop.
Het aanpassen van de Start en Stop parameters is een
veel gebruikte methode voor het reduceren van spatten
tijdens de start en het verbeteren van de algehele
laskwaliteit. Dit kan gedaan worden door de
startfuncties en afbrandvertraging optimaal in te stellen
en de Kraterfunctie uit te schakelen (zie ook het figuur
hieronder). Voor deze cyclus:
Gasvoorstroom: Beschermgas begint direct te
stromen nadat de pistoolschakelaar ingedrukt wordt.
RUN-IN: Nadat de gasvoorstroomtijd afgelopen is
schakelt de lasstroom in en de lasdraad wordt
aangevoerd met de ingestelde Run-In
draadsnelheid. Als de lasboog niet binnen 1,5
seconde ontstoken is, schakelt de draadsnelheid
over op de lassnelheid.
START & UPSLOPE: Zodra de lasdraad het
werkstuk raakt en de lasboog ontsteekt, start de
machine de startprocedure gedurende de ingestelde
lastijd. De tijd die de machine gebruikt om op te
lopen van startprocedure naar lasprocedure wordt
UPSLOPE genoemt.
Lassen: Na de upslope, schakelt de machine over
op de ingestelde lasstroom en
draadaanvoersnelheid.
Afbrandvertraging: Zodra de pistoolschakelaar
losgelaten wordt, stopt de draadaanvoer. De
lasstroom blijft nog ingeschakeld gedurende de
afbrandvertragingstijd.
Gasnastroom: De lasstroom wordt uitgeschakeld.
Het beschermgas blijft gedurende de ingestelde tijd
stromen.
Idle
Preflow Strike
On
Shielding
Gas
Off
Weld
Power
Start
Source
1.5s max
Output
Off
Weld
WFS
Run-in
Off
Voorbeeld 3:
2 Takt modus: Speciale Start, Krater en Stop.
Het biedt soms voordelen om speciale start-, krater- en
stopparameters in te stellen. Vaak is het instellen van
kraterparameters nodig voor het lassen van aluminium.
Dit kan gedaan worden door de start, krater en
afbrandvertraging optimaal in te stellen voor de
gewenste lascyclus ( zie ook het figuur hieronder):
Gasvoorstroom: Beschermgas begint direct te
stromen nadat de pistoolschakelaar ingedrukt wordt.
RUN-IN: Nadat de gasvoorstroomtijd afgelopen is
schakelt de lasstroom in en de lasdraad wordt
aangevoerd met de ingestelde Run-In
draadsnelheid. Als de lasboog niet binnen 1,5
seconde ontstoken is, schakelt de draadsnelheid
over op de lassnelheid.
START & UPSLOPE: Zodra de lasdraad het
Nederlandse
2 Step Trigger
Start = On
Crater = Off
Burnback = On
Upslope
Weld
Burnback
Postflow Idle
Start T.
Burnback T.
werkstuk raakt en de lasboog ontsteekt, start de
machine de startprocedure gedurende de ingestelde
lastijd. De tijd die de machine gebruikt om op te
lopen van startprocedure naar lasprocedure wordt
UPSLOPE genoemt.
Lassen: Na de upslope, schakelt de machine over
op de ingestelde lasstroom en
draadaanvoersnelheid.
KRATER & DOWNSLOPE: Zodra de
pistoolschakelaar losgelaten wordt, nemen de
lasstroom en draadsnelheid af tot de ingestelde
krater parameters gedurende de ingestelde
kratertijd. De tijd die nodig is om van de Ingestelde
lasparameters terug te gaan naar de
kraterparameters noemen we DOWNSLOPE.
Afbrandvertraging: nadat de kratertijd afgelopen
is, stopt de draadaanvoer. De lasstroom blijft nog
ingeschakeld gedurende de afbrandvertragingstijd.
Gasnastroom: De lasstroom wordt uitgeschakeld.
Het beschermgas blijft gedurende de ingestelde tijd
stromen.
Idle Preflow Strike
On
Shielding
Gas
Off
Weld
Power
Start
Source
1.5s max
Crater
Output
Off
Weld
Crater
WFS
Run-in
Off
Voorbeeld 4:
4 Takt modus: Houd functie
In 4 –takt modus kan de houd functie ingeschakeld
worden. Deze houd functie zorgt ervoor dat de lasser bij
het maken van lange lassen, de pistoolschakelaar niet
de gehele tijd ingedrukt hoeft te houden. Nadat de
pistoolschakelaar ingedrukt en weer losgelaten wordt
start de machine. Nogmaals drukken en weer loslaten
schakelt de machine weer uit. (zie ook het figuur
hieronder):
Gasvoorstroom: Beschermgas begint direct te
stromen nadat de pistoolschakelaar ingedrukt wordt
RUN-IN: Nadat de gasvoorstroomtijd afgelopen is
schakelt de lasstroom in en de lasdraad wordt
aangevoerd met de ingestelde Run-In
draadsnelheid. Als de lasboog niet binnen 1,5
seconde ontstoken is, schakelt de draadsnelheid
over op de lassnelheid.
Lassen: lasstroom en draadsnelheid blijven
constant op de ingestelde lasparameters. Wanneer
de pistoolschakelaar opnieuw ingedrukt wordt blijft
de machine doorlassen.
Gasnastroom: zodra de pistoolschakelaar voor de
e
2
keer losgelaten wordt, wordt de lasstroom
uitgeschakeld. Het beschermgas blijft gedurende
de ingestelde tijd stromen.
7
2 Step Trigger
Start = On
Crater =On
Burnback = On
Upslope
Weld
Down
Burnback
Postflow Idle
slope
Start T.
Burnback T.
Crater T.
Nederlandse
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido