1.
Linker display: Toont draadsnelheid of amperage.
2.
Linker knop: Wijzigt waarde in het linker display.
3.
MSP4 Display: Toont gedetailleerde informatie over
lasproces en instellingen.
4.
Set Knop: Wijzigt de waarden in het MSP4 display.
5.
Linker drukknop: Toont in het MSP4 display de
lasmodus en smoorspoelwerking (Arc –Control).
6.
12-pen Connector: Connector voor
Afstandsbediening of push-pull laspistool.
7.
Waterkoeling: Warm water van de toorts.
8.
Waterkoeling: Koud water naar de toorts.
9.
EURO Connector.
10. Rechter drukknop: Toont in het MSP4 Start- en
Stop opties.
11. Set-Up: Brandt wanneer de draadkoffer in set-up
modus staat.
12. Thermische beveiliging: Brandt wanneer de
draadaanvoermotor overbelast of oververhit is.
13. Rechter knop: Wijzigt waarde in het rechter display.
14. Rechter Display: Toont de lasspanning of trim
waarde.
Figuur 2.
1.
Gas Connector: Aansluiting voor de gasslang.
2.
5-pen Connector: ArcLink connector naar de
stroombron.
3.
Dinsekoppeling: Aansluiting elektrodekabel
lasstroom.
4 - 5.
Water snelkoppelingen: Wanneer er een
watergekoelde lastoorts gebruikt wordt, sluit
men hier de aanvoer- en afvoerslang van de
waterkoeler aan. Zie ook de richtlijnen voor de
toorts en waterkoeler voor verdere details over
koelvloeistof en doorstroomvolume.
Nederlandse
1.
Draadaanvoerunit: 4-Rol draadaanvoerunit met 37
mm draadaanvoerrollen.
2.
Schakelaar Koude draad/Gas Spoelen: Deze
schakelaar maakt het mogelijk gas te spoelen of
draad aan te voeren zonder dat de lasspanning
ingeschakeld wordt.
3.
Haspeldrager: Maximum 15 kg haspels. Is geschikt
voor plastic, stalen en fiber spoelen met een 50 mm
spindel.
WAARSCHUWING
De Linc Feed draadkoffers mogen alleen gebruikt
worden wanneer de deur volledig gesloten is tijdens het
lassen.
Gebruik nooit de hendel om de Linc feed bewegen
tijdens de werking.
Invoeren Lasdraad
Open het zijpaneel van de machine.
Neem de moer van de haspeldrager.
Schuif de haspel op de as, zodanig dat de haspel met de
klok meedraait wanneer de draad in het
draadaanvoersysteem wordt gevoerd.
Zorg ervoor dat de pen van de haspeldrager in de
uitsparing van de haspel / adapter valt.
Plaats de borgmoer van de haspeldrager.
Gebruik de juiste draadaanvoerrol voor de bijbehorende
draadsoort / draaddiameter.
Maak het einde van de lasdraad los van de haspel knip
het eerste stukje af en zorg ervoor dat er geen knikken
in de draad zitten.
WAARSCHUWING
Het scherpe eind van de draad kan verwonding
veroorzaken.
Draai haspel met de klok mee en voer de draad in, in het
draadaanvoersysteem tot aan de euroconnector.
Stel de juiste kracht in van de aandrukrollen.
Afstellen rem haspelas
Om spontaan en ongewenst afrollen van de lasdraad te
voorkomen is de haspelas voorzien van een rem.
Afstellen van de rem is mogelijk door het draaien aan de
3
Figuur 3.
Nederlandse