wordt, voordat de openingsmanoeuvre begint (uitgaande vanuit de stand met gesloten poort), een korte sluitmanoeuvre geac-
tiveerd, om het ontgrendelen van het elektrische slot te vergemakkelijken. Programmering parameter: kies de gewenste waarde
met de toetsen p en q en druk vervolgens op de toets "OK".
Waarde korte omkering
Deze parameter wordt uitgedrukt in milliseconden en kan worden ingesteld op een waarde tussen 0 en 2,5 seconden, in de
fabriek is een waarde van 1,3 seconden ingesteld. Met deze functie wordt de duur van de "korte omkering" van de motoren
ingesteld; deze vindt plaats na versturing van een "Alt" instructie aan de besturingseenheid. Programmering parameter: kies de
gewenste waarde met de toetsen p en q en druk vervolgens op de toets "OK".
Drukafvoer sluit
Deze parameter wordt uitgedrukt in milliseconden en kan worden ingesteld op een waarde tussen 0 en 1 seconden, in de
fabriek is een waarde van 0 seconden ingesteld. Met deze functie kan voor elk van de motoren de duur van de "korte omkering"
na afloop van een complete sluitmanoeuvre worden ingesteld. Programmering drukafvoer: kies de motor (1 of 2) met de toetsen
t en u; kies vervolgens de gewenste waarde met de toetsen p en q en druk op de toets "OK" om het gegeven op te slaan.
configuratie INSTRUCTIES
Onder dit item worden de instructies gegroepeerd die beschikbaar zijn voor en toegewezen kunnen worden aan de ingangen
1 - 2 - 3 op de besturingseenheid van een automatisering. De instructies die beschikbaar zijn voor elk van de ingangen zijn
beschreven in Tabel 1; de instructiecategorieën en de bijbehorende werkingsmodi daarentegen zijn beschreven in Tabel 1a, 1b,
1c etc. Belangrijk – Om een correcte werking van de besturingseenheid te verzekeren, is het noodzakelijk dat aan de
instructie die op een bepaalde ingang is geprogrammeerd, de bijbehorende instructiecategorie wordt toegewezen
en, tot slot, de gewenste werkingsmodus.
Om een ingang te configureren, voert u de volgende stappen uit:
01. Kies in de sectie "Geavanceerde parameters" het item "configuratie ingangen" en, vervolgens, de ingang die u wilt pro-
grammeren. Kies de gewenste instructie en bevestig de keuze met "OK".
02. Vervolgens selecteert u, nog steeds in sectie "Geavanceerde parameters", het item "configuratie instructies" en kiest u de
instructiecategorie die bij de eerder gekozen instructie hoort, in stap 01. Kies tot slot de gewenste werkingsmodus.
Er zijn drie ingangen beschikbaar:
• Ingang 1: Met deze functie programmeert u de ingang 1, door er een instructie van uw keuze uit de lijst van Tabel 1 aan toe
te kennen. Ingang 1 werd in de fabriek geprogrammeerd op de instructie "stap-voor-stap", met de instructiecategorie "stap-
voor-stap" en de werkingsmodus "open - stop - sluit - open".
• Ingang 2: Met deze functie programmeert u de ingang 2, door er een instructie van uw keuze uit de lijst van Tabel 1 aan toe
te kennen. Ingang 2 werd in de fabriek geprogrammeerd op de instructie "open", met de instructiecategorie "openingsmanoeu-
vre" en de werkingsmodus "open - stop - open".
• Ingang 3: Met deze functie programmeert u de ingang 3, door er een instructie van uw keuze uit de lijst van Tabel 1 aan toe
te kennen. Ingang 3 werd in de fabriek geprogrammeerd op de instructie "sluit", met de instructiecategorie "sluitmanoeuvre" en
de werkingsmodus "sluit - stop - sluit".
INSTRUCTIE
Geen instructie
Stap-voor-stap
Open gedeeltelijk 1
Geavanceerde parameters
TABEL 1: CONFIGURATIE INGANGEN
INSTRUCTIECATEGORIE
Stap-voor-stap
programmeer de gewenste werkingsmo-
dus; kies in Tabel 1-A ("configuratie in -
structies">"stap-voor-stap">wer king -
smodus ...)
Gedeeltelijke opening
programmeer de gewenste werkingsmo-
dus: kies in Tabel 1-B ("configuratie in -
structies" > "open gedeeltelijk" > wer-
kingsmodus ...)
BESCHRIJVING
Voert geen enkele instructie uit.
Wanneer men deze instructie verstuurt, laat de
besturingseenheid de applicatie de manoeuvre
volgend op de eerder uitgevoerde (of nog aan
de gang zijde) manoeuvre uitvoeren, afhankelijk
van de volgorde van de manoeuvres die voor-
zien is reeks van de geprogrammeerde wer-
kingsmodus.
Ingang geconfigureerd als normaal open.
Wanneer men deze instructie verstuurt, laat de
besturingseenheid de applicatie de openings-
manoeuvre uitvoeren tot de waarde bereikt is
die geprogrammeerd werd in de functie "ge -
deeltelijke opening 1" (Functies besturingseen-
heid > installatie > waarden > gedeeltelijke ope-
ning 1). De opeenvolging van de manoeuvres
geschiedt volgens de reeks die is vastgelegd in
de geprogrammeerde werkingsmodus.
Ingang geconfigureerd als normaal open.