4. REINIGINGSPROCEDURES, LEKTESTS EN PROEFDRAAIEN
4-1. REINIGINGSPROCEDURES EN LEKTEST
1) Verwijder de dop van de onderhoudsopening in de afsluitkraan van de gas-
leiding aan de buitenunit. (De afsluitkranen zijn in eerste instantie geheel
gesloten en met de dop erop.)
2) Sluit het meterverdeelstuk en de vacuümpomp aan op de onderhoudsope-
ning van de afsluitkraan in de gasleiding aan de buitenunit.
3) Start de vacuümpomp. (Trek vacuüm gedurende meer dan 15 minuten.)
4) Controleer het vacuüm met het meterverdeelstuk. Sluit vervolgens het me-
terverdeelstuk en stop de vacuümpomp.
5) Wacht één tot twee minuten. Controleer of de wijzer van het meterverdeel-
stuk in dezelfde stand blijft staan. Controleer of de manometer inderdaad
–0,101 MPa [Meter] (–760 mmHg) aangeeft.
6) Verwijder het meterverdeelstuk snel van de onderhoudsopening van de af-
sluitkraan.
7) Wanneer de koelmiddelleidingen zijn aangesloten en ontlucht, opent u de
klepsteel van alle stopkleppen aan beide kanten van de gas- en vloeistoflei-
ding volledig met een zeshoekige sleutel. Wanneer de klepsteel de stopklep
raakt, houdt u op met draaien. Als de airconditioner werkt met deels geslo-
ten kranen, functioneert hij slechter en ontstaan er problemen.
8) Zie 1-2. en vul indien nodig de voorgeschreven hoeveelheid koelmiddel bij.
Vul het vloeibare koelmiddel langzaam bij.
9) Plaats de dop weer op de onderhoudsopening om de oorspronkelijke situ-
atie te herstellen.
10) Lektest
Voorkom brandgevaar en open de afsluitkranen pas als er geen kans
op ontvlamming of ontsteking bestaat.
WAARSCHUWING
Wanneer u het ventiel opent of sluit
bij een temperatuur onder nul, kan
er koelmiddel uit de ruimte tussen
nl
het ventiel en het ventielhuis spuiten
en dit kan letsel veroorzaken.
4-2. LADEN VAN GAS
Vul gaas bij in eenheid.
1) Sluit de gascilinder op de onderhoudsopening van de stopklep aan.
2) Ontlucht de leiding (of slang) die van de koelstofcilinder komt.
3) Vul de voorgeschreven hoeveelheid koelmiddel bij, terwijl de airconditioner
aan het koelen is *1.
Opmerking:
Wanneer u koelvloeistof bijvult, dient u zich te houden aan de hoeveelheid die
voor het specifieke koelcircuit is opgegeven.
Wanneer u later koelmiddel bijvult, gebruik dan koelmiddel in vloeibare
vorm. Vul langzaam het vloeibare koelmiddel bij, omdat anders de
compressor kan blokkeren.
Voor het behouden van een hoge druk van de cilinders, dient u deze
bij koude omstandigheden met warm water (onder 40°C) te verwarmen.
Gebruik echter nooit vuur of stoom.
*1. Wanneer alleen de cilinderunit/hydrobox/warmwatertank wordt aangesloten, koel dan
overeenkomstig de volgende procedure.
1) Schakel de netschakelaar uit van zowel de buitenunit als cilinderunit/hydrobox/warm-
watertank.
2) Schakel 2 in voor SW2.
3) Schakel de netschakelaar in van zowel de buitenunit als cilinderunit/hydrobox/warmwatertank.
4) Nadat u hebt gecontroleerd of alle binnenunits meer dan 3 minuten zijn gestopt, houdt
u SW871 op het besturingspaneel 3 seconden ingedrukt.
5) Als u de bediening wilt stoppen nadat het koelmiddel is bijgevuld, houdt u SW871 op
het besturingspaneel opnieuw 3 seconden ingedrukt.
6) Schakel de netschakelaar uit van zowel de buitenunit als cilinderunit/hydrobox/warmwatertank.
7) Schakel 2 uit voor SW2.
Opmerking:
Deze functie werkt niet wanneer de buitentemperatuur 0°C of lager is.
Noteer het volgende met onuitwisbare inkt op het hiervoor bestemde label/specificatielabel.
(1) Voorgevulde hoeveelheid koelmiddel – zie
specificatielabel
(2) Op locatie bijgevulde hoeveelheid
(3) Totale hoeveelheid koelmiddel (1)+(2)
(4) (5) (6) CO
-equivalent
2
*2. Deze informatie is gebaseerd op Verordening (EU) nr. 517/2014.
*3. Volgens IPCC (3e editie) wordt GWP als 550 gedefinieerd.
12
WAARSCHUWING
Ventielhuis
VOORZICHTIG
Binnenunit
Model
PXZ-5F85VG
Klepsteel
Sluiten
Openen
Inbussleutel
Behuizing Sluiten
Vulslang (voor
R32, R410A)
Onderhouds-
opening
Dop
Ventiel
Koppelstuk
Koppelstuk
Koppelstuk
Koppelstuk
Koelstofgascilinder
bedieningsklep
(voor R32, R410A)
A – E
SW871
(4) = (1) × 675/1000
(5) = (2) × 675/1000
(6) = (3) × 675/1000
–0,101 MPa
Dop voor onder-
(–760 mmHg)
houdsopening
(Aanhaalkoppel
13,7 tot 17,7 N•m,
140 tot 180 kgf•cm)
Hendel laag
Dop voor afsluit-
kraan (Aanhaal-
koppel 19,6 tot
Afsluitkraan voor
29,4 N•m, 200
VLOEISTOF
tot 300 kgf•cm)
Afsluitkraan
voor GAS
Voorzorgsmaatregelen
tijdens gebruik regelkraan
Wanneer u de regelkraan op de
onderhoudsopening bevestigt, kan
Openen
de schuifafsluiter van de regelkraan
Regelkraan
vervormen of los komen te zitten als
A
er te veel druk op wordt uitgeoefend.
Hierdoor kan er gas gaan lekken.
Wanneer u de regelkraan op de
onderhoudsopening bevestigt, con-
troleer dan eerst of de schuifafslui-
ter van de regelkraan is gesloten
voordat u onderdeel A vastdraait.
Draai onderdeel A niet vast of draai
de behuizing niet om als de schuif-
afsluiter geopend is.
Stopklep
Vloeistof-
leiding
Binnenunit
Stopklep en onder-
houdsopening
Gasleiding
Meter van
spruitstukafsluiter
(voor R32, R410A)
Koelstofgascilinder voor
R32, R410A, met siphon
Koelstof (vloeibaar)
Elektronische weegschaal
voor bijvullen koelstof
LED
SW1
SW2
Compoundmanometer
(voor R32, R410A)
Manometer
(voor R32, R410A)
Meterverdeelstuk
(voor R32, R410A)
Hendel hoog
Vulslang
(voor R32, R410A)
Vacuümpomp
(voor R32, R410A)
Buitenunit
Laadslang
(voor R32, R410A)