Periodiek onderhoud en afstelling
Banden verouderen ook als ze niet of
slechts af en toe worden gebruikt. Bar-
sten in het loopvlak en het rubber van de
wang, soms gepaard met vervorming van
het karkas, zijn een teken van veroude-
ring. Oude en verouderde banden moe-
ten worden gecontroleerd door banden-
specialisten om te zien of ze nog geschikt
zijn voor verder gebruik.
WAARSCHUWING
• De voor- en achterbanden moeten
van hetzelfde merk en type zijn
om te voorkomen dat de rijeigen-
schappen van de motor ets ve-
randeren, wat kan leiden tot een
ongeval;
• Controleer altijd of de ventiel-
doppen goed zijn geplaatst om te
voorkomen dat de banden leeglo-
pen.
NL
Voorband:
Maat:
120/70-12 51J/51K
6
Achterband:
Maat:
130/70-12 56J/56K
WAARSCHUWING
• Gebruik alleen de gespeci ceer-
de vervangende banden. Andere
banden kunnen gevaar lopen dat
ze barsten op heel hoge snelhe-
den;
• Gloednieuwe
banden
relatief weinig grip op bepaalde
wegdekken hebben totdat ze zijn
'ingereden' . Het is daarom aan te
raden om na het aanbrengen van
een nieuwe band circa 100 km op
matige snelheid te rijden voordat
u op hoge snelheid rijdt;
• De
banden
moeten
opgewarmd voordat op hoge
snelheid wordt gereden;
• Pas altijd de bandenspanning aan
de rijomstandigheden aan.
6 - 16
De speling van de koppelingshen-
del afstellen
Meet de speling van de koppelingshendel
overeenkomstig het voorbeeld.
kunnen
10 – 20 mm
worden
Speling van de koppelingshendel:
10.0 mm - 20.0 mm
Controleer
de
koppelingshendel regelmatig en pas deze
zo nodig aan.
1. Draai de moer van de koppelingsring en
de schroef van de koppeling op de kabel
tegelijk los;
2.
Vergroot
koppelingshendel
speling
van
de
de
speling
op
de
door
de