Festool IS 330 EB Instrucciones De Uso página 90

Ocultar thumbs Ver también para IS 330 EB:
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 50
Nederlands
Klantenservice en reparatie alleen
door fabrikant of door servicewerk­
plaatsen. Adres bij u in de buurt op:
www.festool.nl/service
Alleen originele Festool-reserveon­
EKAT
4
derdelen gebruiken! Bestelnr. op:
www.festool.nl/service
5
3
2
1
Het zaaggereedschap van de elektrische ma­
chine heeft een kettingschakelafstand van 3/8"
en de aandrijfschakels zijn 1,3 mm dik. Ander
gereedschap mag alleen met uitdrukkelijke
toestemming van de fabrikant gebruikt worden.
De kettingschakelafstand moet identiek zijn aan
de deling van het kettingwiel en met de afstand
van de geleiderol van het zwaard. De complete
zaaggereedschapsset bestaat uit:
Kettingwiel [8-3]
Zwaard [2-4]
Ketting [2-3]
De standtijd van de zaaggereedschapsset hangt
vooral af van de smering en spanning van de
ketting. Om die reden moet de kettingspanning
vóór het werkbegin en tijdens het werk gecon­
troleerd en bijgesteld worden.
11.1 Kettingspanning
► Bij iets losgemaakte kettingwielafdek­
king [2-1] het spanwiel [2-9] zo lang in de
pijlrichting draaien tot de onderzijde van de
ketting strak tegen het zwaard ligt
(afb. [10]).
► Vervolgens de kettingwielafdekking [2-1]
stevig vastdraaien door het spanwiel [2-2]
rechtsom te draaien.
► De juiste kettingspanning controleren door
aan de onderzijde licht aan de ketting te
trekken (afb. [10]), zodat een spleet van ca.
5 mm ontstaat.
Na de ontspanning moet de ketting naar de oor­
spronkelijke positie teruggaan en strak tegen
het zwaard liggen.
LET OP Kettingen die warm in de bedrijfstoe­
stand gespannen werden, moeten na de werk­
zaamheden beslist ontspannen worden. Bij de
afkoeling van de gespannen ketting komen gro­
te krimpspanningen voor die de elektrische
machine zouden kunnen beschadigen.
11.2 Scherpslijpen van de ketting
Als de spanen te fijn zijn (afb. [11]) moet de ket­
ting door een erkende werkplaats scherpgesle­
pen worden.
90
11.3 Kettingsmering
► Olie bijvullen als het oliepeil in de oliepeilin­
dicatie [1-9] naar de onderste kant zakt.
► Het gedeelte van het oliereservoirdeksel
zorgvuldig reinigen voordat het oliereser­
voir wordt geopend. Spanen en stof die in
het oliereservoir terechtkomen, leiden tot
verstopping van de oliekanalen en daardoor
tot een verstoorde kettingsmering.
► Gebruik alleen olie die bedoeld is voor het
smeren van zaagkettingen.
Afgewerkte olie en olie die niet uitdrukkelijk
als kettingolie beschreven is, mogen niet
gebruikt worden. Biologisch afbreekbare
oliën voor het smeren van kettingen hebben
een lagere smeerkracht en kunnen na een
langere bedrijfsonderbreking verharsing
van de smeerkanalen veroorzaken.
► Als er olie in de motor terechtkomt, neem
dan contact op met de fabrikant of een ser­
vicewerkplaats (zie hoofdstuk 11).
► De oliereservoirinhoud bedraagt 240 ml.
Om een hoge slijtage te vermijden, moet de
ketting en het zwaard tijdens het gebruik
ononderbroken gesmeerd worden. De sme­
ring gebeurt aan de hand van de oliedoseer­
pomp die de voorgedefinieerde oliehoeveel­
heid in de smeergroef van het zwaard do­
seert.
11.4 Onderhoud van het zwaard
► Eenzijdige slijtage van het zwaard kan ver­
meden worden als het zwaard na elke slijp­
beurt van de ketting omgedraaid wordt.
► Gewelfde buitenglijvlakken (afb. [9B]) zijn
een normale gebruiksslijtage. Overstekende
randen aan de geleiderail met een platte vijl
verwijderen. .
► Slijtage van de inwendige geleidingsvlakken
(afb. [9A]) komt bij onvoldoende smering,
bij verkeerde kettingsmering of verkeerde
bediening voor. Het zwaard moet vervangen
worden.
WAARSCHUWING
Optimale kettinggeleiding niet gegarandeerd
Gevaar voor letsel door wegspringende of
scheurende ketting
► De kettingschakels mogen in geen geval de
groefbodem van het zwaard raken. Als de
ketting de groefbodem raakt, is het zwaard
versleten en moet vervangen worden.
► De smeeropeningen en de groef van het
zwaard moeten altijd schoon zijn.
loading