Gebruikte olie is een gevaarlijk afvalproduct en moet op correcte wijze worden
afgevoerd. Voer het niet met het huishoudelijk afval af. Neem contact op met de
plaatselijke autoriteiten, het servicecentrum of uw dealer voor veilige afvoer- of
recyclingbedrijven.
Olie verwijderen (Olie Guard)
1.
Verwijder de bougiekabel(s) (D, afbeelding 11). Houd de kabel(s) (D) uit de buurt
van de bougies (E).
2.
Verwijder de olieaftapslang (H, afbeelding 12) van de clip aan de zijkant van het
externe oliereservoir.
3.
Draai en verwijder de olieaftapdop (I, afbeelding 12). Laat de snelle olieaftapslang
(H) voorzichtig in een goedgekeurde container (J) zakken.
4.
Wacht 2-3 minuten. Installeer de olieaftapdop (I, afbeelding 12). Bevestig
vervolgens de olieaftapslang (H, afbeelding 12) aan de clip aan de zijkant van het
externe oliereservoir.
Vervang het oliefilter (Oil Guard)
Zie voor de vervangingsintervallen het Onderhoudsschema.
1.
Tap de olie af uit het externe oliereservoir. Raadpleeg het gedeelte Olie
verwijderen (Oil Guard).
2.
Open de oliebijvuldop (I, afbeelding 13). Draai en verwijder het oliefilter (J) en gooi
het weg.
3.
Installeer een nieuw oliefilter (J, afbeelding 13) en draai het een kwartslag.
4.
Vul olie bij. Raadpleeg het hoofdstuk Olie bijvullen.
5.
Sluit de oliebijvuldop (I, afbeelding 13).
Olie bijvullen
•
Zorg ervoor dat de motor waterpas staat.
•
Verwijder al het vuil rondom het olievulgebied.
•
Raadpleeg hoofdstuk Specificaties voor de oliecapaciteit.
1.
Verwijder de peilstok (A, afbeelding 5). Gebruik een schone doek om olie van de
peilstok te verwijderen.
2.
Open de oliebijvuldop (C, afbeelding 5).
3.
Giet de olie langzaam in de vulopening voor motorolie (D, afbeelding 5).
4.
Plaats de peilstok (A, afbeelding 5).
5.
Verwijder de peilstok en lees het oliepeil af. Het correcte oliepeil is bovenaan bij de
indicator voor vol (B, afbeelding 5) op de peilstok.
6.
Plaats de peilstok (A, afbeelding 5) opnieuw.
7.
Sluit de oliebijvuldop (C, afbeelding 5).
8.
Sluit de bougiekabel(s) aan op de bougie(s).
De luchtfilter onderhouden
WAARSCHUWING
Brandstof dampen zijn ontbrandbaar en explosief. Brand of explosies kunnen
brandwonden of de dood tot gevolg hebben.
•
De motor niet starten en gebruiken als de luchtreiniger (indien aanwezig) of het
luchtfilter (indien aanwezig) is verwijderd.
OPGEPAST
Reinig het filter niet met perslucht of oplosmiddelen. Perslucht kan beschadiging aan het
filter tot gevolg hebben en oplosmiddelen lossen het filter op.
Zie het Onderhoudsschema voor het benodigde onderhoud.
Verschillende modellen gebruiken een schuim of een papieren filter. Sommige modellen
kunnen ook uitgerust zijn met een optioneel voorfilter dat kan worden gereinigd en
opnieuw gebruikt. Vergelijk de afbeeldingen in deze handleiding met het type dat op uw
motor is gemonteerd en voer onderhoud op basis daarvan uit.
Cycloon-luchtfilter met veiligheidsfilter
1.
Open de bevestiging(en) (A, afbeelding 14) en verwijder het deksel (B).
2.
Verwijder het luchtfilter (C, afbeelding 14).
3.
Om het vuil los te maken tikt u het luchtfilter voorzichtig op een hard oppervlak. Als
het filter vuil is, vervangt u het door een nieuw filter.
4.
Om het veiligheidsfilter te verwijderen (D, afbeelding 14), indien geïnstalleerd, trekt
u het voorzichtig van het luchtfilterhuis (E). Zorg ervoor dat er geen stof of vuil in de
motor komt.
5.
Installeer het nieuwe veiligheidsfilter (D, afbeelding 14) in het luchtfilterhuis (E).
6.
Installeer het luchtfilter (C, afbeelding 14) boven het veiligheidsfilter (D).
7.
Plaats het deksel (B, afbeelding 14) en sluit de bevestiging(en) (A).
66
Onderhoud aan het koelsysteem
WAARSCHUWING
Tijdens het gebruik worden de motor en de demper heet. Als u een hete motor
aanraakt, kan dit thermische brandwonden veroorzaken.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras en snoeihout kunnen vlam vatten.
•
Voordat u de motor of demper aanraakt, stop de motor en wacht twee (2)
minuten. Zorg ervoor dat de motor en de demper veilig zijn om aan te raken.
•
Verwijder vuil van de demper en de motor.
OPGEPAST
Gebruik geen water om de motor te reinigen. Water kan verontreiniging van het
brandstofsysteem veroorzaken. Gebruik een borstel en droge doek om de motor te
reinigen.
Dit is een luchtgekoelde motor. Vuil kan de luchtstroom belemmeren en ervoor zorgen
dat de motor te heet wordt, wat resulteert in onbevredigende prestaties en een kortere
levensduur van de motor.
1.
Verwijder vuil uit het luchtinlaatrooster met behulp van een borstel of droge doek.
2.
Houd verbindingen, veren en bedieningen schoon.
3.
Zorg dat het gebied rond en achter de demper, indien aanwezig, vrij blijft van
brandbaar vuil.
4.
Zorg ervoor dat de oliekoelerribben, indien aanwezig, schoon zijn.
Na verloop van tijd kan zich vuil ophopen in de koelribben van de cilinder en
veroorzaken dat de motor oververhit raakt. Dit ongewenste materiaal kan niet verwijderd
worden zonder de motor deels te demonteren. Laat een erkende servicedealer van
Briggs & Stratton het luchtkoelingssysteem inspecteren en reinigen zoals aanbevolen in
het Onderhoudsschema.
Carburateur-modellen
1.
Verwijder vuil uit het luchtinlaatgebied met behulp van een borstel of droge doek (A,
afbeelding 15).
2.
Maak de bevestiging (H, afbeelding 15) los en draai het cycloon-luchtfilter (G) weg
van de motor. Het is niet nodig om de flexibele luchtfilterslang (J) te verwijderen.
3.
Maak bevestiging(en) (E, afbeelding 15) los totdat u een klik hoort. Verwijder paneel
(F) en reinig het gebeid van vuil en stof. Zorg dat de onderzijde van het paneel (F)
ook schoon is.
4.
Reinig het gebied rondom de verbinding, veren en bedieningen (B, afbeelding 16)
van vuil en stof.
5.
Zorg dat het gebied rond en achter de geluiddemper (C, afbeelding 16) vrij blijft van
alle soorten brandbaar vuil.
6.
Plaats het paneel (F, afbeelding 15) en zet het goed vast met de bevestiging(en)
(E). Draai de bevestiging(en) aan tot u een klik hoort.
7.
Monteer het cycloon-luchtfilter (G, afbeelding 15) en draai de bevestiging (H) vast.
Elektronisch brandstofinspuitsysteem (EFI) modellen
1.
Verwijder vuil uit het luchtinlaatgebied met behulp van een borstel of droge doek (A,
afbeelding 17).
2.
Maak de bevestiging(en) (B, afbeelding 17) los.
3.
Maak klem (C, afbeelding 17) los.
4.
Verwijder het cycloon-luchtfilter (D, afbeelding 17) en beugel (E).
5.
Verwijder de bevestiging(en) (F, afbeelding 18) en het deksel (G). Reinig onder het
deksel (G).
6.
Verwijder de bevestiging(en) (H, afbeelding 19) en het deksel (I). Reinig onder het
deksel (I).
7.
Maak de bevestiging(en) (J, afbeelding 17 19) los, en draai de beugel (K) naar
voren om het gebied schoon te maken.
8.
Verwijder gras en afval van de verbindingen, veren en bediening (L, afbeelding 20).
9.
Zorg dat het gebied rond en achter de geluiddemper (C, afbeelding 20) vrij blijft van
alle soorten brandbaar vuil.
10. Nadat alle gebieden gereinigd zijn, installeert u de beugel (K, afbeelding 19) en
deksel (I).
11. Installeer het deksel (G, afbeelding 18).
12. Installeer de beugel (E, afbeelding 17) en cycloon-luchtfilter (D).
13. Draai alle bevestigingen vast.
Opslag
Brandstofsysteem
Raadpleeg afbeelding: 21.
vanguardpower.com