niveau te zetten. Draai de knop tegen de klok in om de radio
uit te schakelen.
4. Spreker
5. Microfoon
6. Watersensor
•
Wanneer de watersensor en de zijcontacten voor het opladen
van de batterij tegelijkertijd in het water zijn, licht het scherm
van de radio knipperend rood op en lichten de toetsen
knipperend op om de alarmsituatie door te geven.
7.
Weergave
8. PTT-sleutel
9.
NRC (Noise Reduction Circuit)-sleutel
•
Druk kort op de toets om de NRC-functie in te schakelen. Het
NRC-pictogram verschijnt op het scherm. Druk nogmaals
kort op de toets om de NRC-functie uit te schakelen. Het
NRC-icoon verdwijnt.
Druk tegelijkertijd op de NRC- en ▲-toets gedurende 2
•
seconden om een laagfrequent signaal uit te zenden dat 10
seconden aanhoudt.
10. Monitor-sleutel
•
Druk kort op de toets om de monitorfunctie (kanaalbewaking)
in te schakelen. Het icoon
nogmaals kort op de toets om terug te keren naar de normale
bedrijfsmodus. Het pictogram verdwijnt van het scherm.
11. 16/C-sleutel
•
Kanaal 16 is het standaard noodkanaal. Wanneer de Dual
Watch-functie is ingeschakeld, monitort de marifoon
tegelijkertijd noodkanaal 16 en de andere kanalen.
•
Druk kort op de toets om over te schakelen naar kanaal 16.
•
Druk 1 seconde op de toets om over te schakelen naar de
andere communicatiekanalen.
•
Houd de toets 16/C ingedrukt tot het kanaalnummer knippert.
Nederlands
verschijnt op het scherm. Druk
122