geselecteerde kanaal andere stemmen of geluiden in de ontvanger te horen zijn, moet de kanaalschakelaar
op een ander kanaal ingesteld worden, dit om storingen te vermijden.
3. zender Bij geBruik van Batterijen
Voor mobiel gebruik kan de zender ook op een 9 volt alkaline blokbatterij werken.
aanwijzing:
de bedrijfsduur bedraagt bij batterijgebruik maximaal twee dagen. de reikwijdte bedraagt dan nog slechts
max. 150 meter. Bij batterijgebruik knippert de power led (5) groen.
4. BatterijgeBruik/cOntrOle in de Ontvanger.
plaats drie alkaline mignonbatterijen "aa" in het batterijvak en let daarbij op de juiste polariteit. de
bedrijfsduur bedraagt maximaal 150 uur (ontvanger). de bedrijfsduur wordt gereduceerd wanneer er
vaker sprake is van geluidsoverdracht.
aanwijzing:
Bij onvoldoende batterijcapaciteit gaat de batterijcontrole led (3) rood knipperen en is er een alarmsignaal
te horen (kan met de alarmschakelaar (7) in het batterijvak uitgeschakeld worden). de batterijcontrole led
brandt niet, zo lang de batterijcapaciteit voldoende is voor een betrouwbare werking.
5. accu's vOOr zender en Ontvanger
de normaal in de handel verkrijgbare nc of niMH accu's van het formaat aa kunnen ook gebruikt worden.
de bedrijfsduur is afhankelijk van de capaciteit van de gebruikte accu's. Bij werking op het lichtnet worden
deze accu's om veiligheidsredenen niet opgeladen, dit om het abusievelijk opladen van nietoplaadbare
batterijen te vermijden.
5.1 Ontvanger – werking Middels accupack
in de ontvanger kan ook het als accessoire verkrijgbare accupack gebruikt worden. dit accupack wordt
aangesloten op de stekerverbinding (8) in het batterijvak (zie afb. a). Bij werking op het lichtnet wordt het
accupack automatisch opgeladen. de oplaadindicatie (3) brandt dan permanent grOen – ook wanneer de
ontvanger uitgeschakeld is!
aanwijzing:
Bij onvoldoende accucapaciteit gaat de batterijcontrole led (3) rood knipperen. Het accupack wordt
opgeladen door de ontvanger met de bijgevoegde netadapter te verbinden. de led (3) gaat nu in plaats van
rOOd knipperend, permanent grOen branden en geeft daarmee aan dat het accupack opgeladen wordt.
6. zender inschakelen en de gevOeligheid van de MicrOfOOn instellen
zet de schuifschakelaar (4) van de OFF-stand in de middelste Min-stand. de functieaanduiding "grOen"
is nu ingeschakeld. wanneer door een geluid de zender geactiveerd wordt, gaat de zendindicatie, net
zo lang als dat de overdracht plaats heeft (9), "rOOd" branden. de gevoeligheid van de microfoon
(sensitiVitY) wordt groter, wanneer de schakelaar (4) in de positie MaX staat. nu worden ook zachte
geluiden overgedragen.