ELEKTRISCHE BEDRADING
5.4 ELEKTRISCHE AANSLUITING VAN DE BINNENUNIT
!
L E T O P
Controleer of de niet-meegeleverde elektrische onderdelen (hoofd-
schakelaars, zekeringautomaten, draden, aansluitingen en klemmen)
voldoen aan de elektrische specificaties beschreven in dit hoofdstuk en
voldoen aan de nationale en lokale reglementen. Neem indien nodig con-
tact op met de plaatselijke autoriteiten voor informatie over normen, re-
gels, reglementen, enz.
5.4.1 Kabeldiameter
Gebruik bedrading die minstens een capaciteit heeft gelijk aan
het gebruikelijke, met polychloropreen beklede flexibele snoer
(code 60245 IEC 57).
Net-
Model
voeding
RPI-16.0FSN3PE(-f)
1~ 230V
50Hz
RPI-20.0FSN3PE(-f)
5.5 TRANSMISSIEKABEL TUSSEN BUITEN- EN BINNENUNIT
•
De transmissie is aangesloten op klemmen 1-2.
•
Het H-LINK II-bedradingssysteem vereist slechts twee
transmissiekabels die de binnen- en de buitenunit verbinden.
1
2
1
2
•
Gebruik afgeschermde gevlochten kabels of afgeschermde
kabels als transmissiekabels tussen de binnen- en
5.6 DE AFSTANDSBEDIENING INSTELLEN
Deze unit is fabrieksmatig ingesteld met de optionele functie:
Uitgangssignaal 2= 02 "Alarmsignaal" geactiveerd.
Schermafdruk van afstandsbediening:
Input/Output:01-03
Item
Setting
Input 1
00
Input 2
00
Output1
01
Output2
02
Output3
00
SEL.
ADJ
99
PMML0323A rev.5 - 05/2016
Voedingsk-
Transmis-
Max.
abels
siekabels
stroom
(A)
EN60335-1
EN60335-1
2 x 4,0 mm²
16,2
+ GND
2 x 0,75mm
2 x 4,0 mm²
17,7
+ GND
Binnenunit
Buitenunit
Connector
CN3 1-2
CN3 2-3
CN7 1-2
CN7 1-3
CN8 1-2
OK
ENT.
RTN.
5.4.2 Minimumeisen voor de
beveiligingsvoorzieningen
!
L E T O P
•
Controleer vooral of er een aardlekschakelaar is geïnstalleerd voor
de units.
•
Wanneer er al een aardlekschakelaar is opgenomen in de installatie,
controleer dan of de nominale stroom ervan voldoende groot is voor
de stroom van de units.
?
O P M E R K I N G
•
U kunt elektrische zekeringen gebruiken in plaats van magnetische
zekeringautomaten. Kies in dat geval zekeringen met soortgelijke
nominale waarden als de zekeringautomaten.
•
De in deze handleiding vermelde aardlekschakelaar (ELB) wordt ook
wel differentieelschakelaar (RCD) of differentiele zekeringautomaat
(RCCB) genoemd.
•
De zekeringautomaten (CB) worden ook wel thermo-magnetische ze-
keringautomaten of kortweg magnetische zekeringautomaten (MCB)
genoemd.
2
Net-
Model
voeding
RPI-16.0FSN3PE(-f) 1~ 230V
50Hz
RPI-20.0FSN3PE(-f)
MC: Maximaal toegestane stroom; CB: Zekeringautomaat,
ELB: Aardlekschakelaar
buitenunits en sluit het afgeschermde gedeelte (slechts één
zijde) aan op de aardeschroef in de elektrische box van de
binnenunit, zoals hieronder weergegeven.
•
Als u geen kabelkanaal gebruikt, bevestig dan rubberbussen
op het paneel met behulp van plakband.
!
L E T O P
Controleer of de transmissiekabels niet verkeerd zijn aangesloten op del-
en die onder spanning staan, waardoor de PCB beschadigd zou kunnen
raken.
!
L E T O P
Controleer nadat u de binnenunit hebt geïnstalleerd/aangesloten of deze
configuratie is ingesteld. Zo niet, stel dan de optionele functie in zoals
hierboven vermeld.
Geschikte
spanning
ELB
MC
CB
(aantal
U
U
(A)
(A)
polen/A/mA)
max.
min.
(V)
(V)
16,2
20
253
207
2/40/30
17,7
20