MSI924M
10
Omvormer gebruiken
10.1
Omvormer inschakelen
➤ Zet de hoofdschakelaar (afb. 5 1, pagina 4) van de omvormer in scha-
kelaarstand „ON".
Om uit te schakelen, zet u de aan/uit-schakelaar op „OFF".
➤ De omvormer voert een zelfdiagnose uit.
Tijdens de zelfdiagnose komen uit de interne luidspreker tonen en de leds
knipperen.
✓ Na de succesvolle zelftest brandt de led „Input Level" (afb. 5 2,
pagina 4) en „Load Status" (afb. 5 3, pagina 4) groen.
Neem bij het gebruik de volgende instructies in acht (zie ook hoofdstuk „Ver-
helpen van storingen" op pagina 129)
De omvormer schakelt uit, als
de accuspanning gedurende 10 seconden onder 21 V daalt,
de accuspanning gedurende 0,3 seconden onder 18 V daalt,
de accuspanning boven 32 V stijgt,
de omvormer oververhit wordt.
➤ Schakel de omvormer in dit geval met de hoofdschakelaar (afb. 5 1,
pagina 4) uit.
➤ Controleer of de omvormer voldoende geventileerd wordt en of de venti-
latoropeningen en ventilatiesleuven vrij zijn.
➤ Wacht ca. 5 – 10 min. en schakel de omvormer zonder verbruiker weer in.
Na onderspanning (onder 21 V) moet de accu weer worden opgeladen en
25 V gedurende 3 seconden worden gehandhaafd zodat de omvormer kan
worden herstart.
Bij het gebruik van de omvormer gedurende langere tijd en met maximale
belasting adviseren wij de motor te starten om de accu van het voertuig
opnieuw op te laden.
NL
Omvormer gebruiken
125